advertentie
‘Wij gaan daar ’s avonds niet meer zitten, dan hoor je ze zo naar beneden vallen’, de taxuskever neemt bezit van perkjes op het Johann Straussplein
’s Avonds komen ze in grote getale tevoorschijn; geen superhelden, maar taxuskevers. Op het Johann Straussplein werden ze er de afgelopen periode gek van. In grote aantallen rukten de beestje op vanuit de struiken naar de huizen van bewoners. “Er zaten er wel 50 tot 60 per woning op het houtwerk.” Enkele weken geleden ontdekten de bewoners de kevertjes per toeval toen ze buiten stonden te praten, vertelt bewoonster Astrid Stehouwer.
’s Avonds komen ze in grote getale tevoorschijn; geen superhelden, maar taxuskevers. Op het Johann Straussplein werden ze er de afgelopen periode gek van. In grote aantallen rukten de beestje op vanuit de struiken naar de huizen van bewoners. “Er zaten er wel 50 tot 60 per woning op het houtwerk.”
Enkele weken geleden ontdekten de bewoners de kevertjes per toeval toen ze buiten stonden te praten, vertelt bewoonster Astrid Stehouwer. “Met het warme weer stonden we buiten met wat buren een sigaretje te roken. Toen zagen we dat het houtwerk vol met kevers zat met 50 tot 60 kevers per woning. Dat was schrikbarend. De volgende dag hebben we gelijk de woningdienst gebeld, omdat ze ook in huis zaten. Maar de woningdienst zei dat de kevers van buitenaf kwamen en dat we bij Irado moesten zijn.”
Een dag later stond er iemand van Irado op de stoep om de boel te inspecteren. “Maar die zei: ‘Ja daar gaan we niks aan doen.’ Het vervelende is dat de mensen overdag komen, maar dan zie je ze niet”, weet Astrid.
Overdag zijn de beestjes amper te zien, omdat ze zich dan schuilhouden. De taxuskever is namelijk alleen ’s nachts actief. Dat beaamt ook stadsecoloog Hans de Kruijf. “Het zijn nachtdieren. En net zoals andere insecten die ’s nachts opereren komen ze op licht af.”
‘Keverwacht’
Voor de zekerheid ging Astrid samen met wat buren op ‘keverwacht’ zitten voor de deur van hun flat. Maar niet meer onder de overkapping van de galerij. “Als het heel warm is zijn ze dubbel zo actief.” Maar als het beestje gestoord wordt in zijn klim, laat hij zich vallen. “Dus die beestjes die in die kieren zitten komen dan ook naar buiten. En als je dan onder de galerij zit dan hoor je heel de tijd ‘plok, plok’ van de vallende kevertjes.”
De buurtbewoners gingen op ‘keverwacht’ zitten omdat ze eigenlijk niet konden geloven dat de kevers vanuit de bosjes komen, die twee meter tegenover de voordeuren van flatbewoners liggen. “We gingen 45 tot 50 minuten kijken, nou we hebben meer dan 60 kevers doodgetrapt die vanuit de bosjes naar de huizen toe liepen. Dus het is wel een groot probleem, want het woongenot gaat erop achteruit.”
De taxuskevers weten de weg naar de huizen goed te vinden
Ook het struikgewas in de perkjes ondervindt een hoop hinder van de kevers. In de struiken op het Johann Straussplein is bijna geen blad mee te vinden dat niet is aangevreten. “Overal waar je kijkt in de perkjes hier zie je aangevreten bladeren.”
Een gevaar voor de mens vormen de beestje niet, merkte Astrid al na een belletje met de GGD. Ook stadsecoloog De Kruijf geeft aan dat mensen zich geen zorgen hoeven te maken om de kevers. “Het beestje kan geen kwaad. Het is een insect dat niet steekt, niet bijt, geen schade of extreme stank veroorzaakt. We snappen dat mensen er last van hebben, maar dit is geen extreme overlast.”
Freek Vonk van de taxuskever
Voor Astrid waren de kevers en het gebrek aan hulp reden om zelf een soort Freek Vonk van de taxuskevers te worden. “Ik heb gebeld met het Kennis en Adviescentrum Dierplagen, de GGD en hoveniers gebeld. En die hoveniers zeggen, je roeit ze alleen maar uit met een bepaald soort aaltjes of door het hele perkje weg te halen. De losse kevers aanpakken gaat niet, want ze verdubbelen als gekken.”
Het zijn juist de larven van de taxuskever die je moet aanpakken verzekert Astrid. De larven van de zijn ook het grootste probleem voor de begroeiing. De larven voeden zich met de wortels en de stam van de plant. Waardoor de struiken sterven. Daarnaast kan de kever zichzelf eenvoudig vermenigvuldigen. De kever is namelijk in staat zonder bevruchting zichzelf voort te planten. Iedere kever kan in augustus of september tussen de 100 tot 1.000 eitjes leggen. Daardoor kan één kever binnen een jaar al voor een hele populatie zorgen.
Toch is stadsecoloog De Kruijff geen voorstander van het bestrijden van de larven van de taxuskever, ondanks dat het een ecologisch bestrijdingsmiddel is. “In het uiterste geval kunnen we gebruik maken van diatomeeën, dat zijn wormpjes die de larven van kevers van binnenuit opeten”, legt De Kruijff uit. “Maar als we dat zouden toepassen, bestrijden we alle keversoorten die in dat stuk zitten. Want die diatomeeën zijn helaas niet specifiek gericht op taxuskever-larven.”
Daarnaast relativeert de stadsecoloog ook de levenscyclus van de taxuskever, maar heeft begrip voor de gedachten van de bewoners dat het probleem volgende zomer veel groter terug keert. “Dat is ook een hele enge gedachte, dat snap ik. Het is goed dat de overlast gemeld is, dan kunnen we het goed in de gaten houden. Maar de levenscyclus van deze kever is wisselvallig. Het kan zijn dat je ze dit jaar opeens veel ziet, maar de aankomende drie jaar niet meer. Dan blijven de kevers in de larvenstadium leven, dat zie je bij meer keversoorten. Dan zie je dat ze eens in de vijf jaar gaan zwermen en ze opeens overal rondlopen.”
Nestkastjes
Na een inspectie van de gemeente werd Astrid teruggebeld door de man van de gemeente. “Hij zei dat de afdeling ongedierte bestrijding er niks aan gaat doen, want die zijn gespecialiseerd in ratten en muizen. Maar hij had de stadsecoloog gebeld. Die wil het ecologisch oplossen door nestkastjes op te hangen voor mezen, die de kevers op gaan eten.”
Dat klinkt als een mooie oplossing voor het probleem van de taxuskeverplaag op het plein. Maar dat is het verre van, volgens Astrid en haar buren die zich in het gesprek mengen. “Het broedseizoen is afgelopen. Dus die mezen gaan geen nesten bouwen in kastjes nu. En als ze er volgend jaar gaan zitten hebben die duizenden kevers van nu al weer per kever honderden larveneitjes gelegd.”
De Kruijff erkent dat de nestkastjes voor vogels niet direct resultaat opleveren, maar vooral gericht zijn op de langere termijn. “Het is eigenlijk een oplossing die we ook bij de eikenprocessierups hebben gekozen. Dat is echt een diersoort waar we als mens ook last van kunnen krijgen. Maar volgend jaar zijn er meer vogels op het plein door de nestkastjes die de kevers op kunnen eten.”
De taxuskevers komen ook door kieren en ventilatieroosters de huizen binnen
Maar omdat er nu overlast is blijft Astrid met haar buurtbewoners achter het idee staan om de larven aan te pakken met aaltjes. “Die aaltjes zijn microscopische wormpjes. Die moet je in water doen en zorgen dat het goed verspreidt over de grond onder de bosjes. Die aaltjes vreten die larven aan. Je moet wel goed kijken wanneer je dat doet want in de laatste warme maand leggen die kevers hun eitjes. Misschien moet het verspreiden dan twee keer per jaar gebeuren. De grond moet voor die aaltjes wel vochtig blijven, maar ook weer niet te vochtig, want dan verdrinken de aaltjes.”
“Ik wil wel voorop stellen dat de gemeente niks kan doen aan dit probleem”, doelt Astrid op het gegeven dat de gemeente ook niet kon weten dat er kevers in de beplanting zaten. “In 2018 is het plein verhoogd en in het bestemmingsplan zijn die perkjes opgenomen. Die moeten worden onderhouden, maar het staat vol met onkruid. En nu hebben we ook nog eens overlast van die kevers.”
Oplossingen
Woningcorporatie Woonplus heeft al wel meegedacht met de bewoners naast het perkje. “Ze hebben alle kieren opnieuw gekit zodat ze daar niet meer kunnen zitten maar ook niet meer via de regenpijp omhoog kunnen. Dus dat compliment moeten we ze geven.”
Voorlopig zitten de kevers nog wel even op in de bosjes op het Johann Straussplein. Voor de bewoners heeft De Kruijff wel een paar tips om de overlast van de dieren te verminderen. “Zet ’s nachts de verlichting zo veel als mogelijk uit. Daar komen ze op af. Probeer kieren te dichten en horren voor ramen en deuren te hangen. Mochten ze toch binnenkomen, dan kun je ze vangen en weer buiten vrijlaten, en als je dat niet durft dan kun je ze altijd nog opzuigen met de stofzuiger.”