Transportnet Warmtelinq wordt definitief aangelegd: ‘Geen alternatief voor Groenoord’

De warmtetransportleiding Warmtelinq wordt definitief aangelegd. Het transportnet moet overtollige restwarmte, opgewekt door bedrijven in de Rotterdamse haven, een nieuwe nuttige functie geven. De restwarmte gaat in eerste instantie gebruikt worden om woningen in Den Haag te verwarmen.

De leiding loopt voor een klein gedeelte over Schiedams grondgebied, voornamelijk in het weiland ten noorden van de Woudhoek. “Daarbij moeten vier bomen worden gekapt”, vertelt omgevingscoördinator Jonna Luijten van de Gasunie, verantwoordelijk voor de aanleg van Warmtelinq. “Maar die bomen worden teruggeplaatst. Dat kan niet direct bovenop de warmteleiding, dus daar moet een oplossing voor gevonden worden.”

De meeste overlast voor Schiedammers vindt echter zuidelijker plaats, op de grens van Vlaardingen en Schiedam bij de Laan van Bol’Es. Vanwege de werkzaamheden wordt de Cricketweg als transportweg ingezet. Het fietspad aan de noordzijde van de Laan van Bol’Es is dan gedeeltelijk niet begaanbaar. Vanaf juni 2022 moet de aanleg echt vorm krijgen en zal dan zo'n anderhalf jaar duren.

Alternatief voor Groenoord

Ondanks dat de leiding vlak langs de wijk Groenoord loopt, is Warmtelinq geen alternatief voor de energievoorziening van de wijk op het moment dat Groenoord in de toekomst aardgasvrij wordt gemaakt. “Warmtelinq is een hoofdtransportleiding”, vertelt Luijten. “Je moet het zien als een snelweg met afritten. In Vlaardingen komt een afrit, maar in Schiedam niet.”

Warmtelinq kan dus weinig betekenen voor bijvoorbeeld de wijk Groenoord, waarbij de gemeente Schiedam de ambitie heeft uitgesproken om de wijk aardgasvrij te maken. “De wijk ligt geografisch net iets anders dan de leiding”, vervolgt Luijten. “En voor zover bij mij bekend is het ook zo dat de warmte die nodig is voor Groenoord volledig vanuit de Leiding over Noord van Eneco (die net iets oostelijker ligt, red.) kan komen.”

Rendabel

De restwarmte die voor Warmtelinq gebruikt wordt komt vooral vanaf afvalverwerker AVR in het Rotterdamse havengebied. Ondanks dat bij dergelijke bedrijven wordt ingezet op vermindering van de CO2-uitstoot, blijft volgens de Gasunie genoeg restwarmte over om ongeveer 150.000 huishoudens te verwarmen.

De beslissing over de definitieve aanleg kwam op een onverwacht moment, aangezien de afgelopen maanden meerdere partijen afhaakten in het plan. De gemeente Rotterdam was niet enthousiast en zag tegelijkertijd het Warmtebedrijf Rotterdam failliet gaan. Ook in wijken in Den Haag is weinig enthousiasme voor het warmtenet vanwege de inbreuk op de openbare ruimte.

“Wij moeten ook door”, legt Luijten uit. “We hebben de opdracht vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat om dit aan te leggen. Ja, er is weerstand. Maar die is er niet overal. En noem één infrastructuurproject dat nul weerstand heeft gehad.”