advertentie
  • sport en bewegen

Weer boksgoud voor Juna Prinsen: 'Dit went zeker niet'

Al het moois komt in drie, luidt een Nederlands gezegde. En dat geldt zeker voor Juna Prinssen. De Schiedamse bokser pakte alweer haar derde Nederlandse titel. En dat went niet. “Het blijft toch speciaal.”

Al het moois komt in drie, luidt een Nederlands gezegde. En dat geldt zeker voor Juna Prinssen. De Schiedamse bokser pakte alweer haar derde Nederlandse titel. En dat went niet. “Het blijft toch speciaal.”

Prinssen pakte haar derde NK-titel tegen een wel heel opvallende tegenstandster. Ze versloeg Kelsy Clarke Leonard uit Ierland. Dat klinkt vreemd, een NK-titel winnen tegen een Ierse, maar Prinssen was allang blij dat ze een wedstrijd kon boksen. “In principe had ik geen tegenstander in mijn klasse. Het is in het Nederlandse dames boksen nogal schaars, want je moet wel iemand hebben bij je past qua gewicht, leeftijd en niveau. Toen is er flink rondgebeld in Europa en toen hebben ze iemand uit Ierland gehaald zodat ik toch mijn titel kon verdedigen, en dat is gelukt.”

Men zou er bijna aan gaan wennen, Juna Prinssen die een NK-belt in ontvangst neemt. Het is alweer haar derde NK-riem op rij, maar wennen doet het niet voor de Schiedamse. “Je werkt er echt naartoe. Het is steeds weer een prestatie die je neerzet. En dat blijft toch speciaal”, glundert ze.

Bij veel sporten zijn nationale kampioenschappen de afsluiting van het seizoen. Bij boksen is dat meestal ook het geval, maar niet voor Prinssen. Ze mag nog mee naar een toernooi in Duitsland, op uitnodiging van de Nederlandse bondscoaches. Voor menigeen zou dat vakantieplannen in de war schoppen, maar niet voor de kersvers Nederlands kampioen. “Vakantie zit er niet heel erg in. Ik blijf lekker doortrainen. Maar dat komt vooral omdat ik het heel erg leuk vindt!”

En dat Prinssen in boksen haar geluk vindt is op de training duidelijk te zien. Tussen de oefeningen door staat ze dikwijls met een lach van oor tot oor. Zodra het piepje voor een volgende oefening begint, verdwijnt de lach en is de opperste concentratie van haar gezicht af te lezen. “Het blijft leuk. Zeker op het moment dat het wordt erkend dat je iets goed kan met een titel, dan wordt het automatisch leuker.”

Boksstad Schiedam?

Van origine komt Prinssen uit Gorinchem, maar ze is voor het boksen naar Schiedam verhuist. En niet zonder resultaat, want naast meerdere titels hangt ze ook al aan de sporters erecirkel in het Stadskantoor. “Soms loop ik er een rondje omheen en dan denk ik toch ‘oh ja daar hang ik’.” En ze is zeker niet de enige vechtsporter die er hangt. Van Arij Smit in de twintiger jaren van de vorige eeuw tot en met Gökhan Saki en Nouchka Fontijn uit de recentere geschiedenis. Zelf heeft ze ook geen verklaring hoe het kan dat Schiedam zo’n succesvolle vechtsportersgeschiedenis heeft. “Goede vraag, maar waarom Schiedam? Ik zou het niet weten.”

Maar het leverde haar wel kansen op. Zo kon de 20-jarige Prinssen een lange tijd meetrainen met Nouchka Fontijn. “Op een gegeven moment ben ik bij Nouchka en haar coach in de leer gegaan. We trainden bijna iedere dag samen. Dan spreek je elkaar over wedstrijden en toernooien en hoe je dat nou het beste aanpakt. Nu is dat natuurlijk wat minder, maar ik weet dat ik altijd bij haar terecht kan als ik vragen heb.”

Dromen

Na drie landstitels is het logisch dat een topsporter hongerig wordt naar meer. “Als ik groots mag dromen, dan zou een plek op de Olympische Spelen super zijn. Maar dat is meer iets voor de lange termijn”, relativeert Prinssen. “Op de korte termijn zou een medaille op een EK een mooie erkenning zijn.”

En daarvoor moet naast binnen de ring ook buiten de ring geknokt worden. Want boksen is geen volwaardig betalende sport. Pas bij een medaille op een WK, komt mogelijke volwaardige financiering vanuit het NOC*NSF om de hoek kijken. “Dus het komt vooral uit eigen middelen en sponsoring. Ik heb nu twee sponsors die mijn krachttraining financieren. Daar moet je het een beetje van hebben op weg naar wereldkampioenschappen.”