Voor Antoinette Laan is de bestuursvleugel van het stadskantoor niet nieuw. Ze was immers in de vorige periode ook al vervangend wethouder, nadat Fahid Minhas vertrok naar de Tweede Kamer. De VVD-wethouder kun je in dat geval de nestor van de wethoudersploeg noemen. “Dat klopt, maar ook weer niet. Mijn collega’s lopen al veel langer rond in de Schiedamse politiek, maar bestuurlijk gezien wel omdat ik al jaren wethouder ben geweest.”

Want mevrouw Laan heeft er al een flinke politieke carrière op zitten. In 1998 begon ze als lid van de deelraad Kralingen-Crooswijk in Rotterdam. Later werd ze gemeenteraadslid in Rotterdam en zelfs wethouder in die stad. Daarna toog ze naar Den Haag om plaats te nemen in de Tweede Kamer, om dus uiteindelijk in Schiedam neer te strijken.

Een logische vraag is dan ook of Laan de andere wethouders, die aan hun eerste wethoudersklus beginnen, van advies voorziet. “Je weet nooit van tevoren of iemand een goede wethouder gaat zijn. Dat is een vak waar je niet voor op te leiden bent. De chemie onderling moet ook blijken de komende tijd. Dat gaan we met elkaar beleven. Iedereen heeft z’n eigen rugzak en samen gaan we met elkaar op reis.”

Woonplaatsdiscussie

De start van wethouder Laan begon wat stroef. Nog voor ze aangesteld werd, was er een uitgebreid debat over haar woonplaats. Laan woont immers niet in Schiedam, maar in Rotterdam. Terwijl de wet voorschrijft dat een wethouder in plaats moet wonen waar hij of zij wethouder is. Jaarlijks kan daarvoor een uitzondering gemaakt worden door de gemeenteraad. Maar die discussie liet Laan een beetje van zich afglijden. “Ik heb steeds uitgelegd wat voor mij de situatie was. En als de raad het niet wilde, dan niet. Ik vind het leuk om hier te werken, en neem een hele bak aan ervaring en energie mee. En je ziet trouwens ook dat het in Nederland wel veel vaker gebeurd dat een wethouder niet in de plaats woont waar hij of zij werkzaam is.”

Over haar toekomst als wethouder maakt Laan zich in ieder geval geen zorgen. Komend jaar moet er namelijk opnieuw gestemd worden of de raad ermee akkoord gaat dat er wederom een uitzondering wordt gemaakt. ‘De coalitie heeft aangegeven dat ze het prima vinden dat ik woon waar ik woon. De coalitie heeft ook de meerderheid. En ook andere fracties hebben aangegeven dat mijn inzet gewaardeerd wordt. Dat vind ik heel fijn”, legt Laan uit.

Geen afspraken over geld in 2026

Op het wethoudersbordje van het voormalig Tweede Kamerlid liggen een aantal pittige dossiers zoals bouwen, wonen en financiën. En vooral over die laatste maakt ze zich zorgen. “Iedereen ziet natuurlijk in z’n eigen portemonnee de donderwolken al een beetje als de rekeningen betaald moeten worden”, legt Laan de wat vervelende economische situatie uit. Maar voor de gemeente ligt er nog een veel groter financieel probleem op de loer.

“We lopen in 2026 tegen ‘het Ravijn’ aan. Er valt een enorm gat in het geld wat vanuit Den Haag naar de gemeentes komt”, waarschuwt Laan. “Er zijn nu tijdelijke oplossingen tot en met 2025 gevonden om financiële crises te beperken. Maar na 2026 zijn er nog geen bedragen genoemd.”

Toch hoopt Laan dit jaar met Prinsjesdag goed nieuws te krijgen. “Hopelijk krijgen we daar dan zicht op. Want we kunnen nu geen langdurige investeringen doen. We kunnen alleen maar investeren tot en met 2025. De financiële situatie daarna is namelijk nog heel onzeker.”

Dat wordt dus nog een flinke financiële puzzel. Eentje waar Laan van te voren al wat aan wil doen, mede door de connecties die ze nog steeds heeft uit de Tweede Kamer. “Dat is één van de voordelen die je hebt. We houden contacten met de woordvoerders financiën van de politiek partijen met de boodschap: ‘vergeet niet wat de gevolgen zijn voor de besluiten die jullie nemen’.”