advertentie
Raad stemt in met 'rechten wegnemende jeugdzorg': ‘In beginsel mag dit niet’
door Markus Burger
Dinsdagavond (13 december) beslist de gemeenteraad in Schiedam over de verordening jeugdzorg. Een belangrijk voorstel, want daarmee wil Schiedam – samen met Maassluis en Vlaardingen – een nieuw jeugdzorgsysteem bewerkstelligen. Maar volgens jeugdwetadvocaat Reinier Feiner is één van de artikelen uit deze verordening niet juridisch sluitend: “Dit creëert spanning tussen wensen van burgers en het systeem van de gemeente.”
In plaats van samenwerking en inkoop van zorg in de regio Rotterdam Rijnmond gaat Schiedam samen met Vlaardingen en Maassluis vanaf 2023 jeugdzorg organiseren op kleinere schaal. In deze aanpak wordt gewerkt met een hoofdaanbieder, een groep jeugdzorgbedrijven onder de naam Mevis, die de door de gemeente vastgelegde taken rondom jeugdzorg gaat uitvoeren. Bij zo’n aanbesteding hoort een verordening die kaders vaststelt waar de jeugdzorgorganisaties binnen moeten werken. De verordening is daarom van groot belang: de aanbesteding van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam bedraagt honderden miljoenen euro's, verspreid over de komende vijf jaar.
Bij de uitbesteding van zorg is deze verordening een belangrijk machtsmiddel van de gemeente. Met de verordening kan de gemeente namelijk de zorg die door partijen geleverd wordt, toetsen op kwaliteit.
Elke gemeenteraad beslist afzonderlijk over de verordening. Het Maassluisse college stelt dat de verordening die voorligt juridisch getoetst is. Maar er is onduidelijkheid of dat wel klopt. In Maassluis zijn raadsvragen gesteld over de juridische kant van de verordening.
Rechten van de burger
Advocaat Reinier Feiner, specialist op het gebied van jeugdrecht, is kritisch op de verordening die nu voorligt. “In het beginsel mag dit niet”, zegt hij over één van de artikelen (artikel 8, lid 4) dat gaat over beschikkingen. 'Beschikking' is een technische term die veel voorkomt in de wet en in de jeugdzorg. Ontvangers van jeugdhulp ontvangen een beschikking: een beslissing op papier, gemaakt door de gemeente. Daarmee kunnen burgers in beroep tegen wat er met hen gebeurt als ze het daar niet mee eens zijn.
In die zin is zo’n beschikking een juridische rode knop voor iemand die het niet eens is met de gang van zaken, zoals dat ook gebeurt bij andere beslissingen van de gemeente. “Denk aan bijvoorbeeld een parkeerboete. Daar staat ook altijd wat iemand kan doen die het niet eens is met de boete”, aldus Feiner.
Het betreffende artikel in de verordening stelt: ‘Het college informeert de jeugdige of zijn ouders over de mogelijkheid om een beschikking jeugdhulp te ontvangen, waartegen bezwaar en beroep mogelijk is. Wanneer de jeugdige of zijn ouders geen beschikking wensen wordt dit in het ondersteuningsplan vastgelegd.’ Volgens Feiner is dit in het beginsel niet verantwoord omdat het afdoet aan de rechten van de burger.
Financieel voordeel
"Het werken zonder beschikkingen is een trend in jeugdzorgbeleid die meerdere gemeenten nu doorvoeren. Gemeentes zijn maar beperkt financieel daadkrachtig. Een gemeente moet heel efficiënt werken en dat creëert spanning tussen de wensen van burgers en het systeem van de gemeente”, aldus Feiner.
Het zou bureaucratie schelen, maar het werken zonder beschikkingen heeft nadelen voor de jeugd die zorg nodig heeft, is de stelling van Feiner. “Het maakt de drempel om in beroep te gaan tegen een besluit van de gemeente hoger voor de burger, die zich al in het sociaal domein bevindt en daarmee vaak kwetsbaar is.” Feiner is bang dat het de positie van de burger in gevaar brengt omdat het uitgaat van de zelfredzaamheid van burgers in het sociale domein.
‘Geen voordelen voor burgers’
Feiner vergelijkt het met een bonnetje bij de kassa in de supermarkt. “Je vraagt nu dus eigenlijk aan de burgers om slim genoeg te zijn om het bonnetje te vragen. Het bonnetje betekent hier waar je recht op hebt en of je daar beroep op kan doen. Maar voor burgers zitten hier geen voordelen aan”, zegt Feinier. “De beslissing van de gemeente is geen beslissing op papier. Maar mondeling. En dat is niet genoeg.”
Update
De raad heeft ingestemd met de verordening. GroenLinks-gemeenteraadslid Carlien Schoondermark uitte in haar stemverklaring wel haar zorgen over enkele punten in de totale verordening. Schoondermark maakt zich zorgen over het feit dat de regels rondom fraude strenger zijn in de verordening dan in de wet. Zij gaf aan dat de evaluatie over twee jaar een goed moment is om de verordening te evalueren.