advertentie
Hoe een ‘goed gesprek’ uitmondt in een achtervolging door de binnenstad
door Markus Burger
Op 6 september 2020 vindt een achtervolging plaats in het centrum van Schiedam. Bedreigingen worden geuit en een auto wordt klemgereden op de Overschieseweg, vlakbij het station. Deze vrijdag verscheen de achtervolger voor de rechter. Hij wordt verdacht van het bedreigen en klemrijden van een drietal jongens.
Op een zonnige zondag rent een jongen door het Beatrixpark. Achter hem aan rent een man die hem in het Turks bedreigt. Twee broers aanschouwen het voorval vanuit een kleine blauwe Toyota. De oudste van de twee is 18 en heeft net zijn rijbewijs gehaald en rijdt zijn eerste ritje als automobilist. Zijn broertje van 13 zit naast hem in de passagiersstoel.
“Die man wil mij dood maken, help mij!” schreeuwt de uitgeputte jongen naar de broers. Ze doen de autodeur open en de angstige vreemdeling springt erin. “Gassen”, schreeuwt hij. “Hij wil me dood hebben.” De achtervolgende man stapt in een witte bestelbus en rijdt hard achter het vluchtende drietal aan.
In de auto wordt 112 gebeld. Op dat moment realiseren de broers zich dat de jongen vlakbij hen woont. De auto versnelt ver boven het toegestane snelheid als ze zien dat de bestelbus toch steeds dichterbij komt. De achtervolging brengt hen tot in het centrum. Een echtpaar ziet vanachter hun raam hoe de blauwe auto wordt ingehaald via de trambaan voor het station. Het autootje probeert te keren, maar de bus is ze te snel af. Voor ze iets kunnen doen rijdt de bestelbus in z’n achteruit op hen af.
Het drietal in de auto wordt met een klap tegen een paal aan geramd. De deur vliegt open en de jongen zet het op een rennen. Ze zien de bestuurder van het busje achter hem aangaan. Maar even later komt de man terug. Een groep vormt zich rond de auto’s. De ouders van de broers komen ter plaatse. Later verklaren de jongens aan de politie dat de man weer in het Turks bedreigingen uitte in het kader van: “Jullie waren met hem, jullie hebben hem gered, jullie gaan ook dood” en opvallend genoeg: “Als ik die jongen zou hebben zou ik hem dood maken in het busje… Ik doe alles voor mijn dochter.”
‘Een goed gesprek’
De verdachte in deze zaak, genaamd Erol A., ziet het verloop van 6 september heel anders. Zijn dochter werd volgens hem geteisterd, gestalkt en mishandeld door Selimcan K. die kort daarvoor was opgepakt als verdachte voor de mishandeling, maar nu weer op vrije voeten was. Als vader was hij boos en wilde hij zijn dochter beschermen door een ‘goed gesprek’ met de jongen te voeren. Met een foto van het gelaat van Selimcan K. op zak vond hij hem op zondagmiddag in het Beatrixpark. Niet een goed gesprek maar een achtervolging vond plaats.
In de rechtszaal zit de verdachte met een tolk voor de politierechter. Hij spreekt geen woord Nederlands en ontkent de achtervolging en de bedreigingen. Een ander voorval van later in 2020, waarbij hij de ruit van zijn ex-vrouw zou hebben gesloopt, komt ook ter sprake. Hij stelt dat dit een ‘ongelukje was bij het schoonmaken’. De politierechter noemt dit verhaal kansloos.
Volgens Selimcan K. zou Erol A. ook een hamer naar hem hebben gegooid. Maar dit ten lasten gelegde feit is weerlegd. De hamerworp is nooit bewezen. Hiervan is Erol A. vrijgesproken.
‘Er hadden doden kunnen vallen’
De zaak heeft lang geduurd en dat is in het voordeel van de verdachte: het horen van alle getuigen heeft de zaak vertraagd, wat de verdachte een strafverlichting opleverde. Ook wordt Erol A. verdacht van bedreiging en niet van een ernstiger vergrijp. “U heeft geluk gehad”, zegt de rechter tegen de beklaagde. Het blijven ontkennen en niet meewerken aan reclassering werkt echter tegen Erol A.: “u wilt geen verantwoordelijkheid dragen. Dat neem ik u kwalijk. Er hadden doden kunnen vallen.”
De verdachte krijgt een taakstraf van 100 uur, met een voorwaardelijke celstraf van twee weken. Zo hoopt de rechter dat de verdachte in zijn proeftijd van twee jaar niet opnieuw toegeeft aan zijn onstuimige emoties. Oók moet Erol A. een schadevergoeding voor de toegetakelde auto van de broers betalen, en een bedrag van duizend euro aan Selimcan K. ter compensatie van immateriële schade, zoals de angsten waar hij nu mee kampt.