advertentie

Woonplus worstelt met woningeigenaren bij toepassen warmtenet in Groenoord

Veel woningeigenaren houden een soepele transitie naar een aardgasvrije woning in Groenoord tegen. Dat blijkt uit een interview met de programmamanagers van het project op de site van Stroomversnelling, een innovatieplatform dat zich bezighoudt met energietransitie. “Het besluitvormingsproces binnen VvE’s is heel complex en dat bezorgt ons veel hoofdbrekens”, zegt Annemarie Nolson, de programmamanager namens Woonplus.

door Tjerk van der Ende

Veel woningeigenaren houden een soepele transitie naar een aardgasvrije woning in Groenoord tegen. Dat blijkt uit een interview met de programmamanagers van het project op de site van Stroomversnelling, een innovatieplatform dat zich bezighoudt met energietransitie. “Het besluitvormingsproces binnen VvE’s is heel complex en dat bezorgt ons veel hoofdbrekens”, zegt Annemarie Nolson, de programmamanager namens Woonplus.

Sinds afgelopen najaar wordt hard gewerkt aan de aanleg van het warmtenet in Groenoord. Met deze transitie wordt de wijk aardgasvrij gemaakt. Woningcorporatie Woonplus heeft al ruim 500 woningen gereed gemaakt. Daar moeten als het aan Woonplus ligt nog zo’n 1900 woningen bijkomen, maar dat gaat niet zonder slag of stoot.

Programmamanagers Annemarie Nolson (Woonplus) en Laetitia Ouillet (Gemeente Schiedam) erkennen in het interview met Stroomversnelling dat de VvE’s (Verenigingen van Eigenaren) dwarsliggen. Met andere woorden: per woonblok worden beslissingen genomen door woningeigenaren. Woonplus is één van die eigenaren, vaak met meerdere woningen binnen een VvE. Maar ook losse woningeigenaren hebben iets te zeggen over eventuele aanpassingen in het woonblok.

Voor 17 woonblokken geldt dat zowel Woonplus als particuliere eigenaren woningen bezitten. Soms heeft Woonplus een meerderheid, maar ook zijn er blokken waar Woonplus een klein aandeel heeft. Nolson: “We moeten nog uitvinden hoe we daarin goed samenwerken om de VvE’s zoveel mogelijk te helpen.”

Hoofdbrekens

Volgens Nolson is het besluitvormingsproces binnen de VvE’s ‘heel complex’. “Dat bezorgt ons veel hoofdbrekens.” 80 procent van de VvE moet bijvoorbeeld instemmen met het wijzigen van de splitsingsaktes. In de splitsingsakte staat welke delen van het gebouw gezamenlijk gebruikt worden door de woningeigenaren en welke delen privé zijn. Met het veranderen van het warmtesysteem in zo’n gebouw en de aansluiting op het warmtenet zijn aanpassingen in de splitsingsakte nodig. “We ontdekken nog steeds nieuwe uitdagingen”, aldus Nolson, die vertelt dat er financieel en juridisch veel uitdagingen zijn.

Naast de 17 VvE’s met zowel particuliere als Woonpluswoningen, zijn er ook nog 12 woonblokken waar alleen particuliere woningeigenaren het voor het zeggen hebben. “Als wij in Groenoord de VvE-problematiek niet oplossen, hebben we maar voor de helft van de wijk een warmteoplossing gerealiseerd”, stelt Ouillet.

Erfpacht

Mochten de VvE’s hebben ingestemd, dan komt er volgens de programmamanagers nog een ander probleem om de hoek kijken: de erfpachthouder. Een woningeigenaar betaalt erfpacht aan deze erfpachthouder, die in feite eigenaar blijft van de grond. De erfpachthouder moet dan ook toestemming geven om wijzigingen door te voeren.

Dit proces leek een makkelijk uit te voeren zaak, omdat de gemeente Schiedam erfpachthouder is, maar niets blijkt minder waar. Ouillet: “De laatste plottwist is nu dat we in Groenoord de erfpacht niet meer direct zelf in handen blijken te hebben, maar de boel hebben ondergebracht via een schaduw-VvE.”

‘Koninklijke route onbegaanbaar’

De programmamanagers pleiten voor wetgeving waardoor de besluitvorming bij VvE’s makkelijker wordt. “Als we even teruggaan in de geschiedenis: bij de overgang van steenkolen naar aardgas in de jaren ‘60 ging dit proces ook heel anders. Toen werd er niet per VvE om toestemming gevraagd”, zegt Nolson. “Deze wijk bewijst dat voor VvE’s de koninklijke route vrijwel onbegaanbaar is”, vult Ouillet aan. “We proberen de politiek te bewegen om haast te maken met nieuwe wetgeving. Het punt is dat je werkt aan een zogenaamd ‘collectieve’ oplossing, terwijl er geen echt collectief is.”