Daders schietpartij Schiedam Centrum krijgen in hoger beroep zwaardere straf, van zes naar bijna tien jaar

Op 28 december loopt een ripdeal zwaar uit de hand. Een Spaanse vrouw had een drugsdeal opgezet. De Rijswijker zou met twee andere drugsdealers een kilo heroïne afleveren in de woning aan de Boomgaardstraat. Nadat de vrouw de dealers had binnengelaten kwamen Z. en M. uit de slaapkamer opeens de woonkamer binnen. Z. met een pistool, M. met een hamer.

‘Noodweer’

De Rijswijker pakte daarop zijn wapen en schoot vervolgens op Z., waarna een vuurgevecht ontstond. Daarbij werd de dealer dodelijk getroffen. Omdat de Rijswijker als eerste schoot, kregen Z. en M. in eerste aanleg zes jaar celstraf van de rechtbank Rotterdam, waar het Openbaar Ministerie 15 jaar gevangenisstraf had geëist. De rechtbank was van mening dat de verdachten een lagere straf moesten krijgen omdat er eerst op hen geschoten werd.

Het Hof in Den Haag vernietigd dat besluit. De advocaten van Z. en M. beriepen zich nog op noodweer. Het geweld van Z. en M. zou volgens hen noodzakelijk zijn omdat ze zelf bedreigd werden met vuurwapens.

Straf

Het Hof acht noodweer van Z. en M. niet aannemelijk en vindt doodslag en diefstal met geweld bewezen. Het Hof is ook strenger in de staf dan dat de rechtbank Rotterdam dat was, beiden gaan negen jaar en negen maanden de cel in, met aftrek van de tijd dat de twee al in de cel zaten. De straf valt wel drie maanden lager uit dan dat het Hof had op willen leggen, omdat het hoger beroep en de rechtszaak niet binnen een redelijke termijn behandeld konden worden.

De verdachten zouden nog in cassatie kunnen. Daarbij wordt dan gekeken of er fouten zijn gemaakt tijdens het hoger beroep. Als ze dat niet doen, wordt de in hoger beroep opgelegde straf definitief.