advertentie
Delfts blauwe ruilbeurs in Jenevermuseum: 'Gelukkiger kan je een verzamelaar niet maken'
Er wordt druk geruild, gespaard en onderhandelt op de derde verdieping van het Jenevermuseum in Schiedam. Verzamelaars van de Delfts blauwe KLM-huisjes verhandelen met enorme passie hun dubbele exemplaren. Een handeltje, dat doet denken aan het ruilen van Pokémonkaarten op het basisschoolplein, is precies waar de bezoekers voor zijn gekomen.
door Markus Burger
zondag 11 februari 2024 18:14
De keramiekverzamelaars lopen met aantekeningenboekjes door de zolderruimte. Op de pagina’s strepen ze exemplaren weg die ze weten te bemachtigen. De prijzen van de collectorsitems lopen uiteen van enkele tientjes tot in de duizenden voor een enkel huisje. De massa is vervuld van een enkel doel: de collectie compleet krijgen. “Gelukkiger kan je een verzamelaar niet maken”, constateert Marco Spruit Bleeker van het Nationaal Jenevermuseum Schiedam.
De ruilbeurs is als initiatief ontstaan vanuit de expositie ‘Blauw van de jenever, keramiek in de jeneverindustrie’. Onderdeel van de expositie is een uitgebreide collectie KLM-huisjes van het museum zelf. De huisjes hebben een lange geschiedenis van overnames door verschillende producenten, maar zijn in de jaren 50 van de vorige eeuw bedacht om als luxe cadeau jenever uit te schenken aan rijke vliegers. Tegenwoordig worden de huisjes uitgedeeld aan reizigers die een intercontinentale Business Class vlucht nemen.
Ronald Mol, één van de verzamelaars, die vanwege zijn jeneverpassie ook als vrijwilliger werkt in het museum, herinnert het begin van zijn collectie: “Mijn broer verzamelt al jaren KLM-spullen, zijn huis is meer blauw dan wit. Ik was toen met jenever bezig. Jenever en KLM: dan kom je bij de KLM-huisjes.”
De meeste verzamelaars hebben meer met de huisjes en de jacht op de ontbrekende exemplaren dan met vliegen. “Ik heb vliegangst”, stelt Marloes Haarhuis. Zij begon haar collectie nadat ze als makelaar een exemplaar cadeau kreeg. “Ik heb nog nooit met Business Class gevlogen”, vertelt ook Ronald Mol. “Maar ik heb wel tweehonderd huisjes.”