advertentie
  • Schiedam
  • rechtspraak

Voor 320 duizend euro aan goud en horloges verdwenen, koerier vloog naar Colombia

Een Schiedammer ziet vier mannen voorbijlopen, ze dragen allemaal een zware doos. Ze verdwijnen uit het zicht in de richting van de Willemsbrug in Schiedam. Later wordt de politie gebeld: een waardetransport is nooit op zijn bestemming aangekomen. Via GPS zoekt de politie het bestelbusje en treft het aan langs de Nieuwe Haven in Schiedam. De achterdeuren staan open, de bus is leeg en bestuurder Ewald B. is nergens te bekennen. B. staat op 22 februari terecht voor het medeplegen van het stelen van 320 duizend euro aan onder andere  goud, vreemde valuta en horloges uit de bus waar hij in reed.

Jeroen Langeveld

door Jeroen Langeveld

donderdag 22 februari 2024 18:09

De dag van koerier Ewald B. begint in Klaaswaal. Daar wordt het witte bestelbusje geladen met tien dozen. Hij tekent voor het ontvangen van de dozen en begint zijn route. B. verklaart dat hij vaker koerier was, maar nooit wist wat hij vervoerde.

Afgebroken tand

Op de eerste locatie zou de koerier gestrest en bezweet binnenkomen volgens personeel. Hij vertelt aan hen dat hij een slechte dag heeft en dat één van zijn tanden is afgebroken. Als de rechter vraagt waardoor zijn tand is afgebroken zwijgt 54-jarige verdachte. “Ik zwijg, voor de veiligheid van mijn familie.”

Op camerabeelden is te zien dat B. in zijn witte bus wordt achtervolgd door een auto, die ook stopt bij de afleverlocatie in Rotterdam. Uit de auto stappen twee mensen in zwarte kleding. De rechter vraagt zich af of de koerier bedreigd is door de twee mannen. “Zwijgrecht”, is zijn antwoord.

Uiteindelijk rijdt Ewald B. verder. Onderweg gebeurt er iets en wordt de bus teruggevonden aan de Nieuwe Haven in Schiedam. Hoe de bus daar is gekomen en waar B. op dat moment was blijft een raadsel. “Zwijgrecht”, is wederom de reactie.

Vlucht naar Colombia

Al snel wordt het volgens de officier van justitie duidelijk dat Ewald B. in zijn bus niet is overmeesterd. “Hij is geen slachtoffer, maar verdachte.”

Uit bankgegevens blijkt dat Ewald B. de dag na het verdwijnen van het goud op twee treinstations een kluis huurt en in Brussel een bedrag van duizend euro opneemt. Met het gepinde bedrag boekt B. een vliegticket naar Colombia. “Ik moest daar papieren opmaken voor mijn scheiding.” “De Colombiareis heeft niets te maken gehad met vluchten?”, vraagt één van de rechters. “Nee, want ik ben weer teruggekomen”, is het antwoord van B.

Van de radar

Na drie maanden komt de koerier in beeld. Op een Duits vliegveld wordt hij bij een paspoortcontrole herkend en opgepakt. B. zit hierna een maand vast in Duitsland. “Ik kreeg één keer per dag eten. Ik vroeg twee extra boterhammen en daarna ben ik in elkaar geslagen.”

Zuchtend en emotioneel zit de koerier in de rechtbank waar hij vertelt over zijn 184 dagen voorarrest in Nederland. “Het is niet makkelijk. Laatst heb ik een infectie opgelopen, ik krijg alleen paracetamol.”

De advocaat van B. is het niet eens met de beschuldigingen. Er zou geen direct bewijs zijn dat laat zien dat B. betrokken is bij de diefstal, daarnaast is het opgegeven schadebedrag van 320 duizend euro volgens de advocaat niet aantoonbaar. “Waar is de ondertekende vrachtbrief die achter moet blijven in Klaaswaal?”, is één van de vragen die de advocaat heeft. Deze vrachtbrief zou moeten aantonen wat de waarde van de vracht was.

De officier van justitie rekent het verdwijnen van de goederen in het waardetransport wel toe aan B. “Ik neem het kwalijk dat hij geen verantwoording neemt.” De officier van justitie eist daarom twee jaar celstraf met aftrek van het voorarrest. Daarnaast zou hij ook moeten opdraaien voor het bedrag van 320 duizend euro. B. schrikt, kijkt naar zijn advocaat en vraagt om een bekertje water.

De rechter doet op 7 maart uitspraak in de zaak.