Onder autostoel Radley C. lag mortierbom, maar 'die was niet van hem'

De politie schijnt in het holst van de nacht met een zaklamp de auto in en ziet daar een man onder een jas liggen. De politie vindt het verdacht en besluit de auto open te maken. Er komt beweging onder de jas en met een ‘slecht geacteerde geeuw’ ontwaakt C. voor de ogen van de agenten. 

De rommelige auto wordt doorzocht. Onder een kinderzitje wordt een mortierbom gevonden. De kapper zegt niets van de bom onder zijn stoel te weten. “De auto was geleend van een kennis”, verklaart C. in de rechtbank. Ook worden er meerdere telefoons gevonden, waaronder de telefoon de vriend van C., Raúgene B.  

Bivakmuts, handschoenen en een aansteker 

B. (30) loopt over de Gretha Hofstralaan met een pakketje in de richting van het huis van de loodgieter, in de buurt bij de woning draait hij om en loopt terug. De politie ziet hem later opnieuw lopen en houdt hem, terwijl hij een bivakmuts draagt, staande. Hij wordt gefouilleerd. Er worden handschoenen en een aansteker aangetroffen, verder niets. Hij ruikt naar alcohol en zegt van een feestje te komen en een lift te zoeken naar huis. De politie laat hem gaan. 

B. wordt uiteindelijk een paar weken later alsnog aangehouden op verdenking van medeplegen bij het voorbereiden van de aanslag. Zijn zaak werd ook behandeld op 4 april, maar niet inhoudelijk. Advocaat Gerald Roethof is het er niet mee eens dat zijn cliënt vastzit en vindt dat B. de rechtszaak op vrije voeten moet kunnen afwachten. Volgens hem kan er niet bewezen worden dat Raúgene B. een aanslag wilde voorbereiden. De mortierbom is volgens hem illegaal vuurwerk. “Dat is helemaal niet zo gek om te hebben rond de jaarwisseling”, stelt Roethof. De rechter gaat er niet in mee en vindt dat de man met de bivakmuts zijn inhoudelijke proces in de gevangenis moet afwachten. 

‘Ik wil niemand belasten’ 

“Kent u meneer B.?”, vraagt één van de rechters aan de kapper. Met een knik en een ‘ja’ beantwoord C. de rechter. “Eerder verklaarde u van niet?” “Ik wilde hem niet belasten. Ik heb hem niet met iets zien uitstappen”, zegt C. Ook zegt hij niet te weten van wie de auto is die hij op 23 december heeft geleend. “Dat moet u toch weten. Ik wil u waarschuwen dat dit een risico is”, stelt één van de rechters. 

De kapper verklaart verder in de rechtbank dat hij niets wist van de explosies in Vlaardingen. “Ik volg het nieuws niet.” Hij vervolgt dat hij nooit naar de Gretha Hofstralaan was gegaan als hij had geweten wat er speelde. Verder zegt hij een goed hart te hebben. “Ik zeg negen van de tien keer ja, ik ben makkelijk te beïnvloeden.”

De advocaat van C. vindt dat hij vrijgesproken moet worden. Volgens de advocaat had de kapper onder andere niet kunnen weten dat er een mortierbom in de auto lag, omdat deze onder een kinderzitje verstopt zat. 

Het wordt duidelijk dat de 24-jarige C. vader is en in mei nog een kind krijgt. “De kinderen zijn het meest belangrijk”, vertelt hij in de ogend kijkend van de rechter. Daarbij wordt duidelijk dat de kapper maar een kort strafblad heeft. Volgens de officier van justitie weegt dit mee in de strafeis. Zij vindt dat de vader een traject moet volgen waarin hij leert de gevolgen van zijn keuzes te overzien, daarnaast zou hij onder een andere een gebiedsverbod moeten krijgen voor Vlaardingen. Toch volgt in de eis ook een celstraf. Vijftien maanden, waarvan zes voorwaardelijk. De rechter doet op 18 april uitspraak in de zaak.