Justitie: baas pizzeria ontvoert Vlaardinger om 'ontslagbrief' te laten tekenen

“Tegen tien uur ‘s avonds kwam ik thuis aan in Vlaardingen”, leest de rechter voor uit het politieverhoor. “Ik wilde uitstappen toen er zes mannen aankwamen. Het waren mijn werkgever, zijn broertje en anderen. Ze deden het portier van een auto open. Ik moest gaan zitten op de achterbank. Iemand greep me bij mijn keel. Ze gingen naast me zitten, ik kon niet weg. Van voren kwam er aan elkaar geniete A4’tjes tevoorschijn.”

Hak zetten

De inwoner van Vlaardingen die zou zijn ontvoerd, werkt in het pizzarestaurant van verdachte W.I. uit Rotterdam. Twee andere mannen uit Rotterdam worden ook aangeklaagd voor kidnappen en afpersen van de werknemer op 15 september 2019. De man zou zijn bedreigd met teksten als: “We weten waar je vader, broertje en zusje wonen.” En: “Wil je dat ze je vader ophangen? We willen dat je dit tekent, dan laten we je gaan."

Geen van de drie verdachten is aanwezig in de rechtbank van Dordrecht, waar ruim vier jaar na de vermeende ontvoering de rechtszaak dient. Het wordt tijdens de zitting niet duidelijk waarom dat zo lang moest duren.

Slechts één verdachte laat zich in de rechtszaal vertegenwoordigen door een advocaat. Die wil niets minder dan vrijspraak voor zijn cliënt. “Wat is de reden van aangever (de werknemer, red.) geweest om zijn vriend sinds vele jaren op deze manier een hak te zetten?”, zegt advocaat Paul Hogerbrugge.

Zoutzuur

De rechter vervolgt het verhaal bij de politie van de Vlaardinger die zegt gekidnapt te zijn. “We willen dat je deze tekent, zeiden ze. Er staat niets bijzonders in. Alleen dat je afstand doet van je salaris. Anders staat er een vat zoutzuur voor je klaar. Ik zei: 'Prima, dat teken ik wel.'”

Tijdens de zitting in Dordrecht wordt duidelijk dat de werknemer een vaststellingsovereenkomst zou moeten tekenen. Daarmee doet hij afstand van 38 duizend euro aan niet ontvangen loon. Na een ongeluk, begin 2018, kan de man lange tijd niet werken.

Zijn werkgever, de vermeende ontvoerder, stopt na verloop van tijd zijn salarisbetaling. Op dat gemiste geld zou de inwoner van Vlaardingen nu recht hebben. Met de getekende overeenkomst gaat daar een streep door.

Verder zouden de mannen een betaling willen van 4 duizend euro die de werknemer bij de pizzeria zou hebben geleend van de jongere broer van zijn baas. Tot slot is er gedoe over 3 duizend euro die de inwoner van Vlaardingen investeert om regenjassen te laten naaien. De stof wordt gekocht, maar het project loopt op niets uit en van het geld ziet hij niets meer terug.

Psychisch kan ik niet meer. Ik sta op het punt failliet te gaan.

“Toen reed de auto weg. We hebben twintig minuten op een industrieterrein gestaan”, leest de rechter voor. Uiteindelijk wordt hij rond half twaalf 's avonds weer thuis afgezet.

Bij monde van de officier van justitie zegt de man dat het een traumatische ervaring was. “Ik heb er geen woorden voor. Het voorval houdt mij en mijn gezin nog steeds bezig. Boodschappen doen, een wandelingetje in de buurt... het gevoel van veiligheid is me ontnomen."

Uit angst en schaamte zoekt hij geen psychische hulp. "Ik durf niet meer bij een ander in de auto te stappen, ik ben bang dat het een vooropgezet spel is. Mijn vrouw durft niet meer alleen boodschappen te doen, ik moet veel huishoudelijke taken op me nemen. Psychisch kan ik niet meer. Ik sta op het punt failliet te gaan."

200 uur taakstraf

“Als we een meningsverschil hebben, of een financieel geschil, dan los je dat op door met elkaar in gesprek te gaan. Of je gaat naar de rechtbank. Maar dit is eigenrichting. Door iemand te ontvoeren en af te persen", zegt de officier van justitie. Hij eist 200 uur taakstraf en zes maanden voorwaardelijke celstraf tegen de drie verdachten. “Er is geen fysiek geweld gebruikt en het is al een tijdje geleden. Maar een man die zegt dat hij zoutzuur klaar heeft staan.. het was wel allemaal ontzettend intimiderend."

Advocaat Hogerbrugge wijst op het volgens hem rammelende en tekortschietende bewijs. "De bewijsmiddelen komen allemaal uit één bron, de aangever. Er zijn geen bewijsmiddelen dat aangever bij de keel zou zijn gegrepen, dat hij gedwongen werd mee te rijden. Wat is er wel: een vaststellingsovereenkomst. Hij zegt dat hij die heeft moeten ondertekenen. Maar die kan op elke plek zijn ondertekend, op elk moment, niet per se in die auto."

Dat de telefoon van zijn client 'aanstraalde' op een zendmast bij de woning van de werknemer, vervolgens op het door de werknemer genoemde industrieterrein bij de Maassluissedijk en daarna weer bij de woning noemt hij toeval. Dat geldt ook voor de opgenomen gesprekken tussen de pizzabaas en zijn vrouw.

Ze zou zeggen dat hij alles moet ontkennen en dat hij moet zeggen dat hij zijn werknemer gewoon heeft thuisgebracht. Advocaat Hogerbrugge: "De tapgesprekken, dat kan alles zijn. En het aanstralen: mijn cliënt heeft een pizzakoeriersbedrijf. Dat lijkt me duidelijk."

De rechtbank in Dordrecht doet uitspraak op 10 mei.

Dit is een artikel van onze mediapartner Rijnmond.