advertentie
Ruzie om goedkope trouwring leidt tot zware mishandeling met boksbeugel
Een bruiloft, een ring die slechts tachtig euro waard is en een scheiding binnen een half jaar: het leidt uiteindelijk tot een zware mishandeling met een boksbeugel in Vlaardingen. Glenn G. wordt gearresteerd en stond dinsdag 18 juni terecht bij de rechtbank in Dordrecht.
door Rembrandt van der Heijden
dinsdag 18 juni 2024 18:54
Op 2 februari dit jaar gaat het fout in de Babberspolder in Vlaardingen. Het nichtje van Glenn G. heeft afgesproken met haar ex. Zij heeft haar huwelijk met dezelfde man net beëindigd. De man eist de trouwring, die tachtig euro waard is, terug. Ze spreken af in de Speenkruidstraat om de ring over te dragen.
Terwijl ze elkaar treffen en met elkaar praten, wordt de man plotseling aangevallen door een groep jongens. De man rent weg en belt aan bij verschillende huizen. Niemand doet open. Op dat moment halen de jongens hem in en wordt hij ernstig mishandeld. Het blijft niet bij slaan met blote vuisten, maar er komt ook een boksbeugel aan te pas.
Het slachtoffer valt op de grond. Zijn neus is gebroken, hij raakt gewond aan zijn arm en zijn wang is gescheurd. Kort na het incident arriveert de ambulance en wordt hij meegenomen naar het Franciscus Gasthuis & Vlietland. Niet lang daarna wordt Glenn G. gearresteerd. Glenn G. zou de mishandeling samen met de broer van de ex van het slachtoffer hebben uitgevoerd.
Eerdere veroordelingen
G. is eerder veroordeeld en heeft nog een voorwaardelijke celstraf op z’n strafblad staan. In 2019 is hij namelijk veroordeeld voor zware mishandeling. Vier jaar later volgt nog een veroordeling voor wapenbezit en partnermishandeling. Voor dit laatste vergrijp krijgt hij een straf van zeven maanden en een voorwaardelijke celstraf. Ook krijgt G. een contactverbod met zijn ex. Uit onderzoek van de reclassering blijkt dat het risico op herhaling groot is.
De officier van Justitie denkt te kunnen de bewijzen dat G. degene is die heeft geslagen, waardoor de openstaande drie maanden cel aan hem kunnen worden toegewezen. En ook vindt de officier dat het door het slachtoffer opgegeven signalement overeen komt met camerabeelden uit de buurt. Tot slot blijkt uit telefoongegevens dat G. en de broer van de ex in de buurt van het misdrijf waren.
Het slachtoffer is niet aanwezig bij de zitting, maar laat via een vertegenwoordiger een schadeclaim indienen voor zowel materiële als immateriële schade. Zo zou het slachtoffer last hebben van angstaanvallen, heeft hij ondergedoken gezeten en is hij depressief. De indiener komt tot een totaal van 5.000 euro.
De advocaat van de verdachte opent de verdediging door haar begrip te uiten voor wat het slachtoffer is overkomen. Maar ze ziet geen overtuigend bewijs voor het feit dat haar cliënt iets met deze zaak te maken heeft.
Meetlint
De advocaat wijst erop dat het slachtoffer geen exacte naam heeft genoemd tijdens de verhoren. Daarnaast vindt de advocaat het gek dat het slachtoffer een dader omschrijft met een lengte van 190 centimeter. Tijdens de zitting toont ze met een meetlint aan dat haar cliënt dan een kop groter had moeten zijn. Ook vindt de advocaat dat op beelden die de politie heeft aangedragen niet goed zichtbaar is of het hier nou echt om haar cliënt gaat.
Eten bestellen
Dan is er nog de medeverdachte die bij de politie zou hebben verklaard dat G. niet aanwezig was bij de mishandeling op die bewuste dag in Vlaardingen. Het OM zegt dat G. wel in de buurt was van de geweldpleging. Maar de advocaat vindt het argument ‘omdat hij meer dan drie uur later in de buurt eten bestelt met de medeverdachte’ niet sterk genoeg.
De advocaat eist onmiddellijk vrijspraak, ook omdat ze vindt dat haar cliënt goed bezig is. "Hij kan rekenen op steun van zijn oom, is financieel schuldenvrij en gemotiveerd om zijn leven te verbeteren. Ook heeft hij emotie-regulatietraining gevolgd, wat door de reclassering positief wordt beoordeeld.” Mocht haar cliënt toch worden veroordeeld, dan eist de advocaat dat de straf niet langer is dan het voorarrest, met een maximale schadeclaim van 2.250 euro.
De officier vindt het belangrijk dat het contactverbod met G.’s ex-vriendin behouden blijft. De officier eist een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan twee voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaar.
De uitspraak is op 2 juli.