advertentie
Hoe een vechtpartij en het woord ‘k*tn*ger’ leiden tot problemen voor agent
Een gewelddadig incident uit 2020 heeft een in Schiedam geboren politieagent zwaar in de problemen gebracht. De agent belandt in een vechtpartij met meerdere personen en gebruikt het woord ‘k*tn*ger’. Het incident wordt uitgebreid besproken in de rechtszaal, waar de agent vertelt over een heftige nacht.
door Rembrandt van der Heijden
vrijdag 21 juni 2024 18:49
Het is onduidelijk of agent Wouter O. voor het excessieve geweld is vervolgd, maar het incident komt wel opnieuw aan het licht. Nog niet eerder kwamen zoveel details naar buiten over een incident in de nacht van 5 op 6 december 2020. Wouter O. stond vrijdag 21 juni niet terecht voor het geweld, maar wel voor het opstellen van een niet volledig proces-verbaal.
December 2020, Wouter O., een ervaren politieagent uit Dordrecht, wordt gealarmeerd door een melding over een blaffende hond in de Dordtse wijk Dubbeldam. Hij besluit onmiddellijk te reageren, mede omdat hij die avond de leiding heeft en één van de opgeroepen collega’s nog een studente is. Bij aankomst in Dubbeldam benaderen hij en zijn twee vrouwelijke collega’s twee mannen voor een portiek. Eén van de mannen, duidelijk onder invloed, wordt rustig gevraagd naar huis te gaan.
‘Paardenlul’
De mannen beginnen weg te lopen, maar plots draait een van hen zich om en schreeuwt naar Wouter dat hij een ‘paardenlul’ is. Op dat moment escaleert de situatie. Wouter probeert de man aan te houden, maar stuit op hevig verzet en wordt weggeduwd. Hij valt op de grond en een worsteling volgt, die volledig uit de hand loopt.
De zoon van één van de mannen komt tevoorschijn en valt een vrouwelijke agent aan. Zijn moeder mengt zich ook in het tumult, wat resulteert in een drie-tegen-vier gevecht. Volgens Wouter loopt de situatie uit op een levensgevaarlijk gevecht. Eén van de agenten trekt een wapen en Wouter activeert de noodknop. Kort daarna krijgen zij versterking. Wouter legt later zijn bevindingen vast in een proces-verbaal.
‘K*tn*ger’
Op 21 juni staat Wouter O. voor de rechter in Rotterdam om te beantwoorden of hij opzettelijk feiten heeft weggelaten uit zijn proces-verbaal. Twee van de drie verdachten beweren dat Wouter essentiële informatie heeft achtergehouden, waaronder het excessief gebruik van geweld, zoals het vasthouden, slaan tegen de borst en schoppen tegen het hoofd van een geboeide verdachte. Daarnaast zou Wouter de uitlating 'k*tn*ger' hebben gedaan. Voor dat feit is Wouter al veroordeeld tot een geldboete van 250 euro.
De rechtbank merkt op dat het proces-verbaal wel meldt dat Wouter een beenklem gebruikte, zijn handen inzette om zich van een verdachte los te maken en pepperspray gebruikte, maar over de andere genoemde feiten bevat het verbaal geen informatie. "Hoe komt dat?" vraagt de rechtbank aan de agent.
Wouter geeft aan dat er een duidelijke reden voor is: "Geweld meld je mondeling aan de officier van justitie”, vertelt Wouter, die ervan overtuigd is dat hij zich aan de richtlijnen heeft gehouden. “Volgens die richtlijnen was het melden van eigen geweld dus niet nodig." Verder herinnert O. zich weinig van die avond, buiten zijn paniek en de grote zorgen om zijn collega’s.
Op een gegeven moment toont zijn leidinggevende hem camerabeelden die duidelijk laten zien dat hij geweld gebruikte tegen de verdachten. Op de beelden is te zien hoe Wouter gewelddadige handelingen verricht naar een vrouw en een geboeide man tegen het hoofd slaat. Hij zou ook het woord 'k*tn*ger' hebben uitgesproken. Later op de avond zou hij volgens het OM tegen collega’s zeggen: "Weet je waar ik van baal. Er zijn beelden van dat ik zomaar n*ger deed, hè?"
Wouter lijkt geschrokken te zijn en erkent dat hij ‘k*tn*ger’ heeft uitgesproken, maar verder herinnert hij zich het voorval heel anders. “Je zit in een tunnel op zo’n moment. Ik heb het filmpje heel anders afgespeeld in mijn hoofd”, verklaart hij. De agent deelt ook mee dat hij sinds het incident kampt met ernstige klachten. “Mevrouw, ik kan mijn werk niet meer doen en ik durf niet eens meer naar een restaurant”, vertelt hij in de rechtszaal.
Posttraumatische stressstoornis
De advocaat van de verdachte geeft aan dat haar cliënt lijdt aan een ernstige posttraumatische stressstoornis sinds het incident. “Het was een hectische situatie waarin hij moest vechten voor zijn leven. Dat hij zich niets kan herinneren, is te begrijpen.” Ze voegt eraan toe dat er te veel nadruk wordt gelegd op wat er wel en niet in het proces-verbaal staat.
De advocaat stelt dat het geweldsincident globaal is opgeschreven en dat dat voldoende is. Ook stelt zij dat uit onderzoek van het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) blijkt dat de betwiste zin die Wouter O. tegen collega’s gezegd zou hebben, helemaal niet gezegd is door hem. Daarnaast was de zin anders, beweert de advocaat, namelijk: “Weet je waar ik van baal, moesten we naar Dubbeldam. Geeft toch niet, ik ben blij dat ik zomaar ben meegereden hè.”
Vrijspraak
Wouter O.’s advocaat pleit voor vrijspraak. De officier van justitie gaat daarin mee. Volgens de officier is het begrijpelijk dat men details vergeet in de hectiek van zo’n moment. Daarom vindt ook de officier het onvolledige proces-verbaal logisch. Over twee weken volgt de uitspraak in de zaak. De verwachting is dus dat Wouter O. wordt vrijgesproken.