advertentie
Bloedspoor leidt naar illegale Tunesiër van brute afrekening aan Geert de Grootelaan
Meerdere wapens worden geladen. Een oorverdovend schot klinkt en dan ligt er in een kamer vol kinderspeelgoed een man met schuim op de lippen en een gat in zijn schedel. Zijn ogen draaien weg. Vanuit de keuken via het trappenhuis naar een afgelegen parkeerplaats strekt zich een bloedspoor uit. Het zijn de overblijfselen van een brute afrekening in de Westwijk in Vlaardingen. Op 28 juni stond Amen Taleb, of toch Mohammed H., terecht bij de Rechtbank Rotterdam op verdenking van poging tot moord en doodslag in vereniging.
door Rembrandt van der Heijden
vrijdag 28 juni 2024 17:17
In de nacht van 6 op 7 januari arriveren twee auto’s aan de Geert Grootelaan in Vlaardingen, afkomstig uit het Franse Roubaix. Uit een gele Audi stappen twee mannen die kort na elkaar een portiekflat in de straat betreden. Niet veel later verschijnt de broer van de bewoner bij de deur. Hij belt aan en wordt direct onder schot genomen, waarna een chaotische situatie ontstaat. De bewoner van het huis krijgt van dichtbij een schot in het hoofd, waarbij ook een mededader wordt geraakt. De daders slaan op de vlucht, waarbij een bloedspoor ontstaat.
Amen Taleb is eigenlijk Mohammed H.
De broer van het slachtoffer belt het noodnummer terwijl hij hem samen met diens vrouw en zoontje in leven probeert te houden. De politie is snel ter plaatse en onderzoekt de achtergebleven bloedsporen. Een paar dagen later is er een hit bij een Franse databank. De man die ze zoeken, is Amen Taleb (21), bekend bij de Franse autoriteiten door drugsdelicten in Tunesië en Frankrijk. Maar dat is niet zijn echte naam, hij heet eigenlijk Mohammed H. en is illegaal in Frankrijk. Hij wordt opgepakt en overgeleverd aan Nederland.
De officier van justitie verdenkt Mohammed ervan te hebben geschoten samen met medeverdachte Hamsa J. Mohammed heeft al die tijd niets willen verklaren.
Gewelddadige actie voor duizend euro
Onverwacht besluit Mohammed zijn verhaal te doen: "Ik ging met Hamsa mee voor een gewelddadige actie, waarvoor ik duizend euro zou krijgen. Ik had een nepwapen bij mij. Ik heb hem geladen, maar alleen om angst te zaaien.” Een verwarrend verhaal, want was het een geláden népwapen?
“Ik had niet verwacht dat het zo uit de hand zou lopen,” verklaart hij. Hij voegt eraan toe dat hij niet wist dat Hamsa een echt pistool zou gebruiken. "Ik heb niet geschoten, Hamsa wel," zei Mohammed emotioneel. Tijdens de rest van de zitting zweeg de Tunesiër, uit angst voor represailles.
De officier van justitie (OvJ) betwist deze versie en gelooft dat Mohammed wel degelijk op de hoogte was van wat zich die avond zou afspelen. "We vonden foto's van drugszakjes, een weegschaal en een blok cocaïne in het trappenhuis.” Volgens OvJ is het incident onderdeel van een afrekening in het criminele drugscircuit. Daarnaast betwijfelt de officier Mohammed zijn claim over het nepwapen, omdat dergelijke wapens niet herladen kunnen worden.
Rolstoel gebonden maatje
De gevolgen van het incident zijn volgens de slachtofferadvocaat ernstig. Het slachtoffer is grotendeels verlamd en afhankelijk van intensieve zorg. "Hij kan niet zelfstandig eten, niet zelfstandig douchen, hij is incontinent," vertelt de verdediging. De familie van het slachtoffer is diep getroffen. "Mijn energieke maatje is nu rolstoel gebonden," deelt de vrouw van het slachtoffer. De broer beleeft de traumatische gebeurtenis dagelijks opnieuw. De advocaat van het slachtoffer eist daarom meer dan een half miljoen euro voor materiële en immateriële schade, inclusief schok- en affectieschade.
Vrijspraak of lange straf
De verdediging van Mohammed voerde getuigen op, waarbij Hamsa J. verklaarde. "Mohammed is niet degene die geschoten heeft." De verdediging stelt ook dat het incident niet gepland was en het wapen alleen bedoeld was om af te schrikken. "Als ze het hadden willen doen, dan hadden ze zich vermomd," voegde de advocaat toe. Tot slot zegt de advocaat dat dergelijke wapens wel degelijk herladen kunnen worden en vindt ze het zomaar verschijnen van de broer verdacht. Daarom eist de advocaat volledige vrijspraak en het opheffen van de voorlopige hechtenis.
De officier van justitie erkende sommige van de vorderingen van het slachtoffer, maar vond niet alle eisen goed onderbouwd. Ondanks dat vindt de officier van justitie dat het hier gaat om een brute afrekening. Er kan volgens haar wel degelijk bewezen worden dat Mohammed medeplichtig is aan poging tot doodslag. Daarom eist de Officier een gevangenisstraf van negen jaar en pleit ervoor de voorlopige hechtenis van Mohammed H. niet op te heffen.
De rechter doet op 12 juli uitspraak in de zaak.