advertentie
Rechtzaak tegen verdachte die Cor Lamers bedreigde en zichzelf wilde verbranden uitgesteld
Het leek er even op dat de rechtszaak tegen de verdachte, die in 2021 de toenmalige Schiedamse burgemeester Cor Lamers bedreigde, eindelijk zou worden afgehandeld. Eerder, in maart, ging de zaak niet door vanwege de aanwezigheid van een verkeerde tolk. Dus zat de hele zittingszaal woensdag in Dordrecht klaar om een einde aan deze saga te maken. Maar er was één klein probleem: de verdachte heeft geen advocaat meer. Dat meldt Rijnmond.
door redactie
woensdag 24 juli 2024 12:56
Het incident vindt plaats op 17 mei 2021 wanneer verdachte B.A. vanuit zijn woonplaats Rotterdam naar Schiedam rijdt. In zijn auto heeft hij een jerrycan met benzine en veel karton. Hij heeft aangekondigd dat hij zichzelf in brand wil steken of enkele panden in de fik wil zetten.
Hij is boos op de burgemeester van Schiedam, die op deze 17e mei een winkel van de man heeft gesloten. In een telefoontje aan de politie spreekt hij de volgende, dreigende woorden: “Jullie moeten binnen een uur met een oplossing komen, anders zal ik mezelf in brand steken voor het gemeentehuis. Het is de schuld van de burgemeester, jullie moeten de burgemeester en zijn huis beschermen. Ik ben een trotse Koerd, ik heb niets te verliezen. Ik ben al dood, mijn graf zal voor het gemeentehuis zijn.”
Als de Rotterdammer wordt aangehouden, blijkt hij een bekende van de politie te zijn: hij zou in 2020 twee mensen hebben mishandeld en bedreigd, onder wie een BOA. Het wachten is dan op de rechtszaak om al deze feiten te bespreken.
Niet het juiste accent
Meer dan twee jaar na het incident staat de inhoudelijke behandeling gepland op 13 maart 2024. Maar er lijkt een probleem te zijn. De verdachte die in Irak is geboren, heeft een tolk toegewezen gekregen maar die zou niet het juiste, Koerdische dialect spreken: het Sorani. De zaak wordt uitgesteld tot 24 juli 2024.
De nieuwe tolk is er en hij spreekt Sorani. Maar verdachte B.A. maakt direct aan het begin van de zitting duidelijk dat het toch niet helemaal het juiste accent is. De rechter wuift het weg: “Volgens mij begrijpt u elkaar prima. Maar er is een ander probleem: er zit geen advocaat naast u..”
Geen hulp?
De verdachte vertelt dat zijn advocaat zich heeft teruggetrokken. Daarna heeft hij vier andere raadslieden benaderd, “maar niemand wil mij helpen.” Hij geeft aan wel graag een advocaat te willen, want: “Ik heb al acht jaar ellende. En ik ben geen kinderverkrachter.”
De rechter maakt duidelijk dat de zaak daar niet over gaat, maar dat het ontbreken van een advocaat wel een probleem is. “Wat vindt het Openbaar Ministerie dat er moet gebeuren?” De officier van justitie kan een verzuchting nauwelijks onderdrukken. Zij wijst erop dat deze verdachte in 2019 is veroordeeld voor bedreiging van een advocaat. Zij lijkt daarmee te zeggen: er is misschien een reden dat niemand staat te springen hem bij te staan.
Iedereen wacht
“De winkeliers, de gemeente, de voormalige burgemeester: iedereen zit te wachten op een afdoening van deze zaak. Meneer heeft zes weken de tijd gehad om een nieuwe advocaat te regelen. We moeten nu verder. Het doet geen recht aan de zaak als we het weer gaan aanhouden.”
De rechters trekken zich even terug om na te denken en besluiten toch tot uitstel. “Dit is een ongelukkige situatie. We begrijpen wat de officier zegt, maar wij moeten erop toezien dat het een eerlijk proces is en dat meneer recht heeft op juridische bijstand.”
De rechter zegt dat de verdachte een advocaat krijgt toegewezen en dat dezelfde tolk kan worden opgeroepen. B.A. geeft andermaal te kennen dat hij een andere tolk wil. “Ook al respecteer ik hem zeer”, zegt hij in niet geheel vlekkeloos, maar wel verstaanbaar Nederlands.
Wanneer de inhoudelijke behandeling plaatsvindt, is nog niet bekend.
Dit is een artikel van onze mediapartner Rijnmond.