advertentie
Dronken Schiedammer slaat door en probeert tuin in brand te steken met azijn
Verschillende dreigende berichten, een luchtdrukwapen, minstens zeven halve liters bier, rijden onder invloed en chemische middelen in de tuin – dit zijn de ingrediënten van een dreigende situatie tussen Hendrik A. en zijn ex-vriendin. De aanleiding? De Schiedamse verdachte van zestig, die 29 oktober voor de rechtbank in Rotterdam verschijnt, wilde simpelweg een paar krukken ophalen.
door Rembrandt van der Heijden
dinsdag 29 oktober 2024 14:37
Rond 28 juni ontvangt de ex-vriendin van A. meerdere WhatsApp-berichten: "Dit gaat heel fout aflopen", gevolgd door "Zet je wekker zondag. En hou je ring en glassnijder om. Wees maar voorbereid" en "Je vraagt erom en je krijgt het". Volgens de ex-vrouw zijn dit dreigende berichten in de aanloop naar de 'dag des oordeels.' Ze laat aan de politie weten er niet bang van te worden, maar vermoedt dat haar ex-man opnieuw te veel gedronken heeft. Een probleem dat A. al langer heeft.
Zwart vuurwapen
Zes dagen later, op 3 juni rond 12:00 uur, rijdt A. naar het huis van zijn ex-vriendin in Abbenbroek. Hij stapt uit, pakt een bus azijn en thinner en besprenkelt, zo blijkt uit het politieverhoor, de planten en het raamkozijn. Hierna zegt hij: "De fik erin." Vervolgens haalt hij iets uit zijn auto dat lijkt op een zwart vuurwapen met een kleine loop en een geel lampje in het midden.
Zijn ex-vrouw belt de politie. Om 12:40 uur wordt A. dronken aangetroffen bij de buurtsuper in de wijk. Een blaastest toont aan dat hij zes tot negen glazen alcohol op heeft. A. beweert ter plaatse te hebben gedronken, maar de politie gelooft de zestigjarige verdachte niet en arresteert hem.
Op 29 oktober stond A.voor de rechter, aangeklaagd voor bedreiging, het tonen van een wapen, het verspreiden van chemische stoffen en rijden onder invloed. In de rechtszaal zitten, zoals gebruikelijk, de rechters, de griffier, de advocaat, de reclassering en ook een aantal studenten. Maar A. zelf ontbreekt. Hij liet zich kort na het incident vrijwillig opnemen in een afkickkliniek.
Verzuimde btw-aangiftes
Volgens de reclassering gaat het inmiddels beter met de zestigjarige, hoewel hij al lang worstelt met een zware alcoholverslaving. Hij heeft zijn woning opgezegd en zit diep in de schulden: hij heeft een openstaande schuld van drie ton door verzuimde btw-aangiftes. A. wil opnieuw beginnen en is samen met de reclassering actief bezig met het vinden van een nieuwe woning.
Ondanks de afwezigheid van de verdachte besluit de rechtbank de zaak door te laten gaan, mede omdat er een voorwaardelijke straf uit 2023 boven zijn hoofd hangt. De officier van justitie vindt de feiten bovendien ernstig genoeg voor een veroordeling, aangezien de gebeurtenissen bij de ex-partner 'redelijk wat vrees hebben opgewekt'.
Rijden onder invloed
De officier van justitie vindt het ongeloofwaardig dat de verdachte pas in Abbenbroek alcohol heeft gedronken, gezien het hoge promillage in zijn bloed dat overeenkomt met zes tot negen glazen. Daarnaast wekt het gebruik van chemische middelen in de tuin angst op bij het slachtoffer, ook al zijn de stoffen niet erg brandbaar. Bovendien is de verdachte op camerabeelden met een wapen te zien, wat volgens de officier niet is toegestaan.
Ondanks de voorwaardelijke straf en de ernst van de feiten ziet de officier dat de verdachte zijn leven probeert te beteren. Daarom vindt de officier een gevangenisstraf niet passend, maar stelt een voorwaardelijke straf voor: twee weken met een proeftijd van twee jaar. Ook eist de officier een rijontzegging van drie maanden en begeleiding door de reclassering als een 'stok achter de deur'.
‘Je vraagt erom, en je krijgt het’
De advocaat kan zich niet vinden in de aanklacht en stelt dat de inhoud van de berichten op een andere manier moet worden geïnterpreteerd. Zo vindt de advocaat dat een zin zoals: “Je vraagt erom, en je krijgt het,” best kan voorkomen in een relationele sfeer. Daarnaast is de advocaat van mening dat het besprenkelen van planten in de tuin met stoffen zoals azijn of thinner eerder als vernieling dan als een bedreiging moet worden beschouwd.
Tot slot is de advocaat van mening dat rijden onder invloed niet kan worden bewezen, simpelweg omdat er geen bewijs voorhanden is. Ondanks zijn bezwaren vindt de advocaat de eis van de officier passend, gezien de situatie van de zestigjarige verdachte, die probeert zijn leven te beteren.
Passende strafmaat?
“Misschien is het allemaal een beetje uit de hand gelopen", reageert de rechtbank op het pleidooi van de advocaat. Toch vind de rechtbank dat er een straf past bij de gepleegde feiten. A. krijgt daarom een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week voor het luchtdrukpistool en nog een week voor het rijden onder invloed. Daarbij worden bijzondere voorwaarden opgelegd, zoals een meldplicht bij de reclassering. Daarnaast ontvangt A. een rijontzegging van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar. De eerdere voorwaardelijke straf wordt ingetrokken.