Schiedamse taxirit eindigt in 'poepsmeren' en levensgevaarlijke spijkerbom

Op 22 juli ontvangt Steven R. een bericht via Snapchat van een gebruiker genaamd ‘NoBrakes’ met het verzoek om een jongen naar een locatie te brengen. Dit is voor Steven geen ongebruikelijk verzoek, aangezien hij een ongeregistreerde taxiservice runt, een ‘Snor’. ‘NoBrakes’ zegt dat de jongen heen en weer moet worden gebracht. De jongen voegt zich aan het gesprek en noemt zichzelf ‘Pequeño’. Ook voegt zich ene ‘Lennart’ aan het gesprek toe. Volgens ‘NoBrakes’ rijdt “Lennart’ mee.

Telefoons zonder simkaart

‘NoBrakes’ vertelt dat ‘Pequeño’ wacht op de Melanchtonweg in Rotterdam. Ze moeten daarna naar Schiedam en vervolgens naar de Pelgrimstraat. Steven noteert de adressen en haalt de mannen op. Hij gebruikt op dat moment naar eigen zeggen geen simkaart, vanwege openstaande boetes die hij eerst wil aflossen. Samen rijden ze richting Schiedam. Voordat ze daar aankomen, stoppen ze bij een tankstation. Steven verklaart dat dit is om een oplaadkabel te kopen en te internetten. Het OM vermoedt echter dat dit is om contact te houden met de opdrachtgever.

Na het tankstation rijden ze verder en stoppen op de plek waar de bom aan de bommenlegger, ‘Pequeño’ dus, wordt overhandigd. Hij verklaart later dat Steven uitlegt hoe de bom werkt en hoe deze geactiveerd moet worden. De tas bevat vuurwerk en spijkers.  ‘Pequeño’, zegt dat hij daarna een telefoon en een pizzadoos van Steven krijgt. Het moet lijken op een normale bezorging, maar dan eentje met een bom. ‘Pequeño’ vraagt meerdere keren om uitleg over de werking, omdat hij het niet snel van begrip is. Steven legt het herhaaldelijk uit.

Chickie van zestien

Onderweg naar de woning praten ze wat met elkaar. Volgens de rechtbank verklaart Pequeño’ dat er gesprekken plaatsvinden over een ‘chickie’ waarmee Steven zou scharrelen en dat ze vieze dingen zouden doen. Steven reageert dat dit soort gesprekken normaal zijn, vooral als het over een ex-vriendin gaat. De rechter vraagt: “Ook als ze zestien jaar is?” Steven antwoordt stellig: “Ik ben drieëntwintig en mijn vriendin was niet zestien.” De rechtbank probeert vast te stellen hoe goed Steven en ‘Pequeño’ elkaar kennen, aangezien ze schijnbaar dezelfde persoon kennen. Steven ontkent ‘Pequeño’ goed te kennen.

‘Lennart’ en ‘Pequeño’ zitten achterin de auto en praten onderling verder. De rechter wil weten of Steven iets van de gesprekken heeft opgevangen en of hij wist wat het doel van de rit was. Steven verklaart dat hij niets heeft gehoord, behalve dat het ging over “poepsmeren”.

Domino’s pizza

De auto arriveert bij de woning. Bommenlegger ‘Pequeño’ stapt uit, belt aan en legt een Domino’s pizzadoos voor de deur. De bewoner wil de deur openen, maar moet eerst een sleutel halen. Maar nog voordat hij terugkomt, klinkt een oorverdovende knal. De voorgevel wordt volledig weggeblazen, zeven ramen breken en de deur splijt in twee. Grote zwarte gaten met spijkers zitten in het plafond en de portiek. Daarop springt ‘Pequeño’ snel in de auto en ze vertrekken met gierende banden. Niet veel later worden ze geïdentificeerd en opgepakt op basis van camerabeelden.

Het slachtoffer, dat de explosie maar net overleeft, zegt in een verklaring: “Ik leef sinds november 1977 met veel plezier in Nederland. Ik heb hard gewerkt om een toekomst op te bouwen. Mijn leven was stabiel en gelukkig tot de gebeurtenis op 22 juli, die voor ons voelde als een poging tot moord en een aanslag op mijn gezin.” De familie, die hun huis heeft moeten verlaten, zit met veel vragen en leeft in angst. Ze vorderen een schadevergoeding van 5000 euro per persoon voor immateriële schade en 5000 extra voor materiële schade.

“Hij wordt geen natuurkundige”

De advocaat van Steven begrijpt niet waarom zijn cliënt als medepleger wordt gezien en bekritiseert de getuigenverklaringen van ‘Pequeño’. “Wat mij betreft is het niet een jongen waarvan je zegt dat hij later natuurkundige wordt,” zegt de advocaat, verwijzend naar de moeilijkheden tijdens het verhoor. “Ik vroeg: had hij een bom vast? Hij zei: Nee, een tas, en daar zat de bom in.” Dit geeft volgens de advocaat reden tot twijfel. Ook probeerde de advocaat ‘Pequeño’ in straattaal te bereiken. “Ik ben de advocaat van de driver,” maar ook dit zou weinig effect hebben gehad.           

De advocaat stelt dat het onwaarschijnlijk is dat Steven schuldig is. “Als je een criminele klus doet, zet je je auto niet dubbel geparkeerd met knipperlichten aan en op eigen kenteken voor de deur. Dat zou dom zijn, en mijn cliënt is dat niet”, zegt hij. Hij benadrukt dat er geen bewijs is van communicatie waaruit medeplichtigheid blijkt. “Er is geen wettig bewijs. Daarom verzoek ik om vrijspraak van mijn cliënt.”

Het OM stelt dat het vreemd is dat Steven deze klus heeft aangenomen, vooral gezien zijn stabiele leven met een woning, een vriendin en werk. Ondanks dat vindt het OM dat er genoeg bewijs is en dat Stevens verklaringen niet overeenkomen met de feiten. De verklaringen van ‘Pequeño’ lijken echter wel consistent. Steven beweert dat de ‘Pequeño’ de hele rit een bedekt gezicht had, terwijl camerabeelden en de verklaringen van ‘Pequeño’ laten zien dat de gezichten openlijk zichtbaar waren.

Twee funa’s om te filmen

Het OM wijst ook op gesprekken die aangeven dat Steven een sturende rol had. “Hij werd geïnformeerd over de avond.” De rechtbank voegt toe dat er gesproken werd over de noodzaak van twee ‘Funa’s’ (telefoons), waarvan één werd gebruikt om de explosie te filmen. Volgens het OM wist Steven dus dat er een pakket moest worden bezorgd en dat er niet gesproken werd over “poepsmeren”. Het OM benadrukt dat Steven weinig inhoudelijks heeft willen verklaren en doet alsof hij niets met de zaak te maken heeft. “Dit had heel anders kunnen aflopen en de impact voor de familie en omwonenden is enorm,” zegt het OM, dat verbaasd is dat Steven zich met deze daad heeft ingelaten gezien zijn blanco strafblad.

Dertig maanden cel

Het OM eist een gevangenisstraf van dertig maanden met aftrek van het voorarrest en 1663 euro voor materiële schade. Hoewel niet alle vorderingen even sterk zijn onderbouwd, acht het OM de vordering voor nieuwe spullen terecht en vraagt 5000 euro per persoon voor immateriële schade.

De rechtbank doet over twee weken, op 18 november, uitspraak.