advertentie
  • Schiedam
  • rechtspraak

Brandstichter Jan Jacobus Smitpad bekent schuld en blijft langer vastzitten

In een woning aan het Jan Jacobus Smitpad in Schiedam breekt op 7 september een grote brand uit. De bewoner, Michael E., verkeert in een moeilijke situatie: hij heeft ruzie met zijn vriendin en kampt met diverse problemen. Op een gegeven moment slaat de vlam letterlijk en figuurlijk in de pan: hij zet zijn eigen huis in brand. Maandag 23 december verschijnt hij voor de rechtbank in Rotterdam wegens brandstichting en het veroorzaken van levensgevaar.  

Rembrandt van der Heijden

door Rembrandt van der Heijden

maandag 23 december 2024 11:51

Rond 14:30 uur escaleert een ruzie tussen Michael en zijn vriendin. Michael is werkloos, heeft financiële zorgen en meerdere psychische problemen. In de jaren daarvoor heeft hij in verschillende pleeggezinnen gewoond en is hij gediagnosticeerd met diverse stoornissen. De ruzie loopt uit de hand, waarna Michael vermoedelijk met een brandbare vloeistof, mogelijk zippovloeistof (butaangas voor aanstekers), brand sticht in de keuken van het appartement. De brand breidt zich snel uit en brengt mogelijk ook de veiligheid van omwonenden in gevaar.

Kort daarna vullen sirenes de straat en arriveren brandweerlieden uit Schiedam en Vlaardingen om de brand op de derde etage te blussen. Hoewel de keuken grotendeels is uitgebrand en de schade aanzienlijk lijkt, is op dat moment onduidelijk of er andere bewoners thuis zijn. Dit lijkt echter waarschijnlijk, aangezien de brand midden op de dag plaatsvindt. De verdachte wordt gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis in Rotterdam, waar hij nog altijd vastzit.

Bekent schuld

Op maandag 23 december verschijnt Michael voor de rechtbank in Rotterdam. In de rechtszaal betreedt een stevige jongeman met een opvallende verschijning: een grote tatoeage in zijn nek, tatoeages op zijn handen, dreadlocks en een baseballvest. Hij oogt kalm terwijl de rechtbank hem confronteert met de beschuldiging van brandstichting en het mogelijk in gevaar brengen van levens van omwonenden.

Uit een rapport van de reclassering blijkt dat de verdachte kampt met diverse problemen en gebaat is bij een behandeling om hem verder te helpen. Het risico op herhaling wordt als gemiddeld ingeschat. Indien de verdachte wordt veroordeeld, adviseert de reclassering een voorwaardelijke straf met daaraan gekoppelde bijzondere voorwaarden. De verdachte bekent de brandstichting, maar zijn advocaat stelt dat de aanwezigheid van levensgevaar ter discussie staat.

foto2.jpg

Jan Jacobus Smitpad Schiedam | Foto: Flashphoto

Ruzie bijgelegd

De advocaat wijst erop dat in het politierapport niets staat vermeld over de aanwezigheid van bewoners in de omliggende woningen tijdens de brand. Daarom, zo betoogt hij, kan uitsluitend rekening worden gehouden met de schade aan goederen en niet met gevaar voor personen. Bovendien benadrukt de advocaat dat de verdachte inmiddels de ruzie met zijn vriendin heeft bijgelegd. “Het groeide meneer boven het hoofd, maar dat probleem is nu weg”, stelt hij. Op basis hiervan verzoekt de advocaat om schorsing van de voorlopige hechtenis, onder de voorwaarde dat de verdachte beschikbaar blijft voor verdere behandeling.

Het Openbaar Ministerie (OM) maakt bezwaar tegen dit voorstel. De officier van justitie wijst erop dat er op twee verschillende plekken in de woning brand is gesticht. Bovendien waren er tien omliggende woningen waar het vuur had kunnen overslaan. Het tijdstip van 14:30 uur maakt het daarnaast aannemelijk dat andere bewoners thuis waren. Dit alles wijst volgens het OM op reëel levensgevaar voor anderen. Daarnaast benadrukt het OM dat het risico op herhaling nog steeds aanwezig is en dat het onwenselijk zou zijn als de verdachte opnieuw bij zijn vriendin gaat wonen.

foto6.jpg

Jan Jacobus Smitpad Schiedam | Foto: Flashphoto

Blijft voorlopig vastzitten

De rechtbank stelt dat tijdens de inhoudelijke behandeling moet worden besproken of er sprake was van levensgevaar als gevolg van de brand. Een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis wijst de rechtbank af, omdat de problemen die ten tijde van de brandstichting speelden, nog steeds niet zijn opgelost. De rechtbank benadrukt dat herhaling van de gebeurtenissen moet worden voorkomen.

Daarnaast uit de rechtbank twijfels over de geschiktheid van de woonopties die de verdachte heeft genoemd, zoals bij zijn vriendin, vader of tante. De reclassering heeft aangegeven dat begeleid wonen cruciaal is voor de verdachte. Omdat er nog geen concrete oplossingen zijn, acht de rechtbank het beter dat de verdachte voorlopig in de gevangenis blijft.

De zaak wordt op 14 maart om 13:50 uur voortgezet als pro-forma bij de rechtbank in Rotterdam.