Informateur Zuid-Holland adviseert formatieonderhandelingen te starten met VVD, GroenLinks, CU/SGP, PvdA en CDA

Den Haag - Informateur Zuid-Holland adviseert formatieonderhandelingen te starten met VVD, GroenLinks, CU/SGP, PvdA en CDA.

Op 19, 22 en 24 juni 2019 hebben informateur Jon Hermans-Vloedbeld en co-informateur Sjoerd Vollebregt alle fracties gesproken die vertegenwoordigd zijn in de Provinciale Staten van Zuid-Holland. 'De gesprekken verliepen zonder uitzondering in een constructieve en open sfeer' schrijven de heren in een brief aan alle fractievoorzitters en de commissaris van de Koning. 'Er is door partijen die daar behoefte aan hadden gereflecteerd op de voorafgaande formatieronde. Er is constructief en inhoudelijk over thema's gesproken die partijenbelangrijk vinden. Wij constateren bij partijen de bereidheid om over verschillen heen te stappen en breed verbinding te zoeken met andere partijen. Er wordt daarnaast urgentie gevoeld om de grote uitdagingen die voorliggen aan te pakken en waar het kan op te lossen. Dat vraagt om leiderschap met uitgestoken hand.'

'Uit de gespreksronde met alle partijen hebben wij opgemaakt dat een coalitie nodig wordt geacht met een inhoudelijk programma dat brede steun heeft. Wij hebben de conclusie getrokken dat er zes partijen in aanmerking zouden kunnen komen voor de vorming van een coalitie met een werkbare meerderheid in de Staten. Deze partijen zijn: WD, CU/SGP, Groenlinks, D66, PvdA,en CDA. Op 26 juni 2019 hebben wij met deze partijen verdiepende gesprekken gevoerd om een scherper beeld te krijgen van wat partijen bindt maar ook waar nog verschillen zitten.'

'Wij adviseren een vijf partijen combinatie. Zo'n krappere meerderheid is hard werken. Het geeft de noodzaak om voortdurend de gewenste verbinding te zoeken met andere partijen, ook buiten de coalitie. Wij hebben geconstateerd dat een combinatie van vijf bij geen van de betrokken partijen stuit op (overwegende) bezwaren. Naar ons oordeel kan met een coalitie van vijf tevens worden voldaan aan de gestelde voorwaarde van voldoende inhoudelijke basis voor een werkbare meerderheid in de Staten.'