Zonnebloem geeft toegankelijkheidsworkshop aan medewerkers van Stedelijk Museum Schiedam

Schiedam - De medewerkers van het Stedelijk Museum Schiedam konden vandaag zelf ervaren hoe het is om met een beperking het museum te bezoeken.

Tijdens de toegankelijkheidsworkshop van de Zonnebloem nemen ze plaats in een rolstoel en trekken ze onderdelen van het beperkingenpak aan. Dat pak bestaat bijvoorbeeld uit zichtbeperkende brillen en een aantal braces met verzwaringselementen. Als medewerkers die omdoen, worden ze in hun beweging beperkt. Daardoor ervaren ze voor even hoe het is om een lichamelijke beperking te hebben. 

De actie van vandaag is onderdeel van het project Onbeperkt Eropuit van de Zonnebloem. Daarin staan toegankelijkheid en gastvrijheid centraal. Bezoekers met een lichamelijke beperking willen zich net als ieder ander welkom voelen. “We hebben de grootste culturele publieksprijs van Nederland gewonnen: de BankGiro Loterij Museumprijs 2019. En daarmee zijn we het publieksvriendelijkste museum van Nederland,” zegt museumdirecteur Deirdre Carasso. “En toch kan het altijd beter en gaan we met de adviezen van het project Onbeperkt Eropuit aan de slag.”

Bij het project Onbeperkt Eropuit worden vrijetijdslocaties ook aan een technische keuring onderworpen en bezoeken mystery guests de locatie om te testen wat er beter kan. Die mystery guests zijn allemaal rollator-, rolstoel- en scootmobielgebruikers.

Workshop

Een dag lang doen medewerkers kennis op over de doelgroep. “We maken de theorie over rolstoeltoegankelijkheid voelbaar met persoonlijke verhalen van de mystery guests. Medewerkers van organisaties staan daar altijd echt versteld van. Dat er bijvoorbeeld vaak over het hoofd van iemand in een rolstoel heen wordt gepraat, of dat aan een begeleider wordt gevraagd af te rekenen. Zo blijft de kernboodschap goed hangen: dat iemand met een beperking gelijkwaardig behandeld wil worden”, vertelt Natalie de Neef. Speciaal voor het Zonnebloemproject ontwikkelde ze de workshop. Ze leidt die met Tamara van Laarhoven, die een dwarslaesie heeft en in een rolstoel zit. Van Laarhoven: “Toegankelijkheid zit vaak in kleine dingen. Zoals duidelijke informatie over bereikbaarheid, het gebouw en ook of het draadje van het pinapparaat lang genoeg is, zodat je kunt zien welke bedrag je pint en hoe je door de medewerkers behandeld wordt.” De Neef vult aan: “Natuurlijk is het belangrijk dat in Stedelijk Museum Schiedam geen drempels of obstakels zijn. Maar de manier waarop medewerkers een bezoeker met een lichamelijke beperking benaderen, doet ook enorm veel. We merken dat er doorgaans bij medewerkers veel vragen leven. In de workshop kunnen Tamara en ik die in alle rust uitleggen.”

Beperkingenpak

Hoogtepunt van de workshop is het moment dat medewerkers hun eigen locatie gaan ervaren met verschillende beperkingen: in een rolstoel met het beperkingenpak aan. Ook Van Laarhoven vindt dit een waardevol onderdeel. “Dan ga ik in mijn rolstoel op pad met een stoere man van de beveiliging, bijvoorbeeld. Hij zit dan met dat beperkingenpak in een andere rolstoel. Hem zie ik in eerste instantie denken: ‘Dat fix ik wel even’. Maar een deur blijkt dan toch wel heel zwaar om te openen vanuit een rolstoel. Of het drempeltje bij het invalidentoilet blijkt op wielen ineens een onoverkomelijke berg. We kunnen het vertellen, maar het werkt het beste om medewerkers het zelf te laten ervaren.”