Politie benadert mensen die in de buurt waren van de schietpartij Bosboomstraat per SMS

Schiedam - De politie stuurt ongevraagd SMS-jes naar telefoons die in de buurt waren van de schietpartij in de Boomgaardstraat. Dat wekt verbazing: 'Op deze manier communiceren voelt als Big Brother.'

Nick Kiran woont in het centrum en kreeg een SMS. 'Huh, jullie analyseren mijn locatie gegevens dus zomaar Politie? Heb ik me daar ooit voor opgegeven? Ik kan het me niet herinneren...' schreef Nick op Twitter.

De politie antwoordt: 'Daar hoef je je niet voor op te geven. Zoals het staat aangegeven, jouw telefoon was in de buurt van de locatie en/of vluchtroute van de verdachten.'

Aan SCHIE laat Nick weten dat hij het niet echt transparant vindt. 'Vind het niet erg, maar op deze manier communiceren voelt als Big Brother. Wat mij betreft is het prima dat de politie deze methode handhaaft, maar de beperkte informatie die ik krijg (ook na navraag) vind ik redelijk jammer. Zo vroeg ik net via Twitter bijvoorbeeld of er een rechter beslist bij dit soort situaties.' Het korte antwoord van de politie: 'Daar kan ik geen antwoord op geven.'

SMS-bom

De methode wordt een SMS-bom genoemd: in overleg met het Openbaar Ministerie kan de politie aan alle mobiele nummers die rond deze datum en tijd in die omgeving van het misdrijf waren, een sms sturen. In de sms wordt een korte oproep geplaatst. De politie hoopt op deze wijze in contact te komen met mensen die meer gezien of gehoord maar nog geen contact met de politie hebben opgenomen.

Dit staat er in de wet over: 'Voor onvrijwillige benadering zoals de sms-bom, waarvoor plaatsbepalingsgevens van mobiele telefoons nodig zijn, gelden striktere regels, zoals neergelegd in het Wetboek van Strafvordering en de Aanwijzing Opsporingsbevoegdheden (BOB). Voor het verkrijgen van telecommunicatiegegevens van burgers aan wie in overeenstemming met de Aanwijzing Opsporingsberichtgeving opsporingsberichten worden gestuurd, is de BOB-regelgeving van toepassing.
Het Openbaar Ministerie is verantwoordelijk voor de inzet van opsporingsmiddelen in het onderzoek naar strafbare feiten. Voor de inzet van opsporingsberichtgeving moet de hoofdofficier van justitie, op voorstel van de (zaaks)officier van justitie, toestemming geven. De hoofdofficier van justitie onder wiens gezag het opsporingsonderzoek plaatsvindt, is verantwoordelijk voor de plaatsing en de inhoud van het opsporingsbericht.'

Te laat

'Ook echt stom dat het zo laat is. Ik heb zo’n deurbel camera, maar ja die beelden bewaart die maar 5 dagen.' aldus Nick. 'Ik had dan kunnen helpen! Ik heb namelijk wel schoten gehoord...'

Uiteindelijk is Nick nu wel als getuige aangemerkt en heeft hij zijn telefoonnummer aan het onderzoeksteam gegeven. Dus de methode werkt wel.

Vanavond worden beelden vertoond in het AVROTROS TV-programma Opsporing Verzocht, maar de politie heeft nu al foto's gepubliceerd.