advertentie
Pandeigenaar Engering wint rechtszaak tegen gemeente
De voorzieningenrechter van de rechtbank in Rotterdam heeft de gevorderde ontruiming door de Gemeente Schiedam van de twee winkelpanden van Theo Engering aan de Parkweg in Nieuwland afgewezen. De Gemeente is op dit moment bezig met de sloop van de portiekwoningen en panden in het gebied Parkweg Midden zodat deze plaats kunnen maken voor het project ‘in de Buurttuin’. Theo Engering, die twee winkelpanden bezit aan de Parkweg, zou een vergoeding krijgen van de Gemeente voor het verlies van de panden. Engering stelt dat de voorlopige vergoeding die de Gemeente hem biedt, niet afdoende is, en weigert hierom zijn panden te ontruimen.
De voorzieningenrechter van de rechtbank in Rotterdam heeft de gevorderde ontruiming door de Gemeente Schiedam van de twee winkelpanden van Theo Engering aan de Parkweg in Nieuwland afgewezen. De Gemeente is op dit moment bezig met de sloop van de portiekwoningen en panden in het gebied Parkweg Midden zodat deze plaats kunnen maken voor het project ‘in de Buurttuin’. Theo Engering, die twee winkelpanden bezit aan de Parkweg, zou een vergoeding krijgen van de Gemeente voor het verlies van de panden. Engering stelt dat de voorlopige vergoeding die de Gemeente hem biedt, niet afdoende is, en weigert hierom zijn panden te ontruimen.
Bij een eerdere uitspraak stelde de rechtbank dat de opzegging van de erfpachtrechten op de grond waarop de panden staan rechtsgeldig heeft plaatsgevonden. Engering weigerde echter te ontruimen omdat volgens hem de Gemeente niet heeft voldaan aan de vergoeding, waar hij volgens de wet recht op heeft. De Gemeente stelde dat de panden zo snel mogelijk ontruimt dienen te worden, aangezien volgens hen de financiële gevolgen anders groot zouden zijn en bouw- en omgevingsvergunningen al reeds zijn verleend. De voorzieningenrechter stelt Engering echter in het gelijk. De Gemeente kon volgens de rechtbank niet concreet stellen en onderbouwen wat de omvang van de financiële gevolgen zouden zijn, evenals onderbouwen dat de ontruiming dusdanig spoedeisend is dat het recht van Engering op een vergoeding zou moeten wijken. Het feit dat de Gemeente aan Engering een voorlopige schadeloosstelling biedt, doet geen afbreuk aan het recht van Engering aangezien de Gemeente niet concreet kon maken wanneer de definitieve vergoeding zou worden vastgesteld. Daarnaast kon niet worden uitgesloten dat de uiteindelijke vergoeding voor Engering hoger zou uitvallen dan het door de Gemeente op dit moment geboden bedrag, gezien dit bedrag volgens de voorzieningenrechter onvoldoende was onderbouwd door de Gemeente. ( P. de Bruin, No. C/10160 1867 (Rechtbank Rotterdam 8 oktober 2020).