advertentie
DCMR is tevreden over Samen Meten project
In januari 2019 startte het project Samen Meten van de DCMR Milieudienst Rijnmond in Schiedam met 225 deelnemers. Vandaag presenteerde DCMR het definitieve rapport van het project tijdens een webinar. Bijna 200 inwoners hebben een heel jaar deelgenomen aan het project. Ze hebben elke maand op een zelfgekozen plek de luchtkwaliteit gemeten. De DCMR noemt het een succes.
Wat blijkt is dat de hoeveelheid stikstofdioxide in de lucht gemiddeld bij alle deelnemers in de Rijnmond onder de Nederlandse grenswaarde ligt. Vergeleken met de rest van Nederland is de hoeveelheid stikstofdioxide in de lucht in de Rijnmond wel wat hoger. Dit geldt overigens voor meer plekken in de Randstad. Het project Samen Meten is opgezet door DCMR Milieudienst Rijnmond, de provincie Zuid-Holland en de gemeenten om het vijftigjarig bestaan van het luchtmeetnet in de Rijnmond te vieren.
Betrokkenheid van inwoners
Bijna 200 van de oorspronkelijke 225 deelnemers hebben het jaar dat het project duurde volgemaakt. Daarvoor moesten ze elke vier weken de hoeveelheid stikstofdioxide in de lucht meten met zogeheten Palmes-buisjes en de buisjes opsturen. De resultaten zijn onlangs toegelicht op twee webinars waar in totaal zo'n 70 mensen aan deelnamen. Projectleider Peter van Breugel is onder de indruk van de betrokkenheid van de deelnemers. “200 van de 225 mensen met wie we gestart zijn hebben elke vier weken een buisje opgestuurd en het jaar van metingen volgemaakt. We hebben samen een hoop waardevolle gegevens opgehaald.”
DCMR gaat oorzaken verschillen onderzoeken
De metingen zijn vergeleken met modelberekeningen. Voor de meeste locaties was het verschil tussen de metingen en de modelberekeningen klein; het model werkt dus – ook in een industriegebied als de Rijnmond - best goed. De paar officiële meetpunten van de DCMR wezen op een kleine onderschatting ten noorden van de Nieuwe Waterweg; deze uitgebreidere meetset bevestigt dat. Voor de plekken waar het verschil tussen metingen en modelberekeningen wat groter was, wordt verder gekeken of we de precieze oorzaken kunnen vinden. Ook de deelnemers hebben veel geleerd over luchtkwaliteit in hun omgeving. Er wordt al gesproken over een vervolgproject. Van Breugel: “Na dit grootschalige project met stikstofdioxide, kijken we nu naar het meten van fijnstofgehaltes, een wens die veel van de huidige deelnemers hebben.”